Op 3 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan drie diefstallen en witwassen van goederen. De verdachte, geboren in 1977 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A. Petrescu. De zaak werd inhoudelijk behandeld op zittingen op 30 november 2023 en 20 maart 2024, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn raadsvrouw wel. De officier van justitie, mr. K. Weijers, heeft de verdenking tegen de verdachte uiteengezet, die onder andere inhield dat hij op 2 juni 2023 samen met anderen producten heeft gestolen bij twee Jumbo filialen en een Lidl in Vlissingen, en dat hij in de periode van 16 februari 2023 tot en met 2 juni 2023 betrokken was bij het witwassen van gestolen goederen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de diefstallen en het witwassen. De verdachte had een actieve rol in de diefstallen, onder andere door het besturen van de auto waarin de gestolen goederen werden vervoerd. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zich samen met medeverdachten schuldig heeft gemaakt aan de diefstallen en het witwassen van de goederen, en legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 weken op, met verbeurdverklaring van een auto en een geldbedrag van € 665,-.
De rechtbank overwoog dat de verdachte en zijn medeverdachten op geraffineerde wijze te werk gingen en dat de diefstallen in georganiseerd verband plaatsvonden. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad in Nederland, maar eerdere veroordelingen in Duitsland en Spanje. De rechtbank besloot tot een gevangenisstraf van 9 weken, passend bij de gepleegde feiten en in lijn met de straffen die aan medeverdachten waren opgelegd.