Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 15,06
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak vordert de Stichting WonenBreburg, vertegenwoordigd door mr. C.P. van den Berg, dat de gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. J. van Boekel, wordt veroordeeld tot betaling van een huurachterstand van € 1.404,01, alsook tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De kantonrechter heeft op 27 maart 2024 geoordeeld dat de gevorderde huurachterstand wordt toegewezen, maar dat de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning niet passend zijn in deze situatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij, ondanks een huurachterstand, niet volledig is gestopt met betalen en dat er omstandigheden zijn die haar financiële problemen verklaren. De kantonrechter heeft ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat het beding in de algemene voorwaarden als onredelijk bezwarend werd beschouwd. De wettelijke rente over de vervallen huurtermijnen is toegewezen, en de proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde partij, die grotendeels in het ongelijk is gesteld.