Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de vraag centraal of voormalig huurders, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], schadevergoeding moeten betalen aan hun verhuurder, Stichting Casade, vanwege het niet goed opleveren van de huurwoning. Daarnaast wordt beoordeeld of de huurachterstand van de maanden mei en juni 2022 door de huurders moet worden voldaan. De huurders hebben de woning gehuurd vanaf 28 november 2013, maar hebben de huur voor de genoemde maanden niet betaald. Na opzegging van de huurovereenkomst op 30 juni 2022 heeft Casade inspecties uitgevoerd, waarbij gebreken zijn geconstateerd. De huurders hebben de woning niet in goede staat opgeleverd, wat heeft geleid tot een vordering van Casade van in totaal € 3.379,48, inclusief schadevergoeding en huurachterstand. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurders in verzuim zijn geraakt en dat de schadevergoeding terecht is gevorderd. De rechter heeft de huurachterstand toegewezen en de huurders veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is op 27 maart 2024 uitgesproken.