In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat centraal de non-conformiteit van een auto die door eiser is aangeschaft van gedaagde. Eiser heeft op 12 juni 2023 een BMW 3L 3 B11 gekocht voor € 10.200,00. Na de aankoop ondervond eiser direct problemen met de auto, waaronder een defecte brandstofpomprelais. Gedaagde heeft de auto kosteloos gerepareerd, maar na de reparatie bleef eiser problemen ondervinden. Op 27 juni 2023 vond er een telefoongesprek plaats tussen eiser en de vader van gedaagde, waarin eiser te horen kreeg dat gedaagde niet meer bereid was de auto te herstellen. Eiser heeft daarop op 11 juli 2023 de overeenkomst ontbonden en vordert nu de terugbetaling van de aankoopprijs, vermeerderd met schadevergoeding.
Gedaagde voert verweer en stelt dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om de auto te herstellen, ondanks dat hij meerdere keren heeft aangeboden om dit te doen. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van consumentenkoop en dat de auto niet voldoet aan de overeenkomst, aangezien deze gebreken vertoont die zich binnen een jaar na aankoop hebben geopenbaard. De rechter laat eiser toe om bewijs te leveren dat de vader van gedaagde heeft aangegeven dat er geen herstel zou plaatsvinden. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling en bewijslevering op 10 april 2024.