Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[cliënt] ,geboren op [geboortedag] 1937 te [geboorteplaats] ;
15 september 2024.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 15 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt. De cliënt, geboren in 1937, verblijft momenteel in een verpleeginstelling en heeft te maken met geheugenproblemen en gedragsproblemen. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren de cliënt, zijn advocaat, een waarnemend arts, een mentor en een persoonlijke begeleider aanwezig. De cliënt heeft aangegeven tevreden te zijn met de zorg, maar wil ook de regie over zijn leven behouden en zich niet beperkt voelen in zijn vrijheid. De advocaat heeft verzocht om het verzoek af te wijzen, maar erkende dat aan de wettelijke criteria was voldaan.
De arts heeft verklaard dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, namelijk dementie, en dat er sprake is van ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden beschikbaar, en de cliënt verzet zich tegen de opname, wat zijn situatie bemoeilijkt. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.