ECLI:NL:RBZWB:2024:2025

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 maart 2024
Publicatiedatum
27 maart 2024
Zaaknummer
02/255250-22 en 02/324514-23 (gev.ttz.)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Langdurige belaging en identiteitsfraude met gevangenisstraf en vrijheidsbeperkende maatregelen

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 maart 2024, is de verdachte veroordeeld voor langdurige belaging van zijn ex-partner, [slachtoffer 1], en identiteitsfraude. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van anderhalf jaar zijn ex-partner heeft belaagd, haar persoonsgegevens heeft misbruikt en haar auto heeft beschadigd. De feiten omvatten onder andere mishandeling, belaging en het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van goederen die aan een ander toebehoren. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 18 maanden opgelegd, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden en vrijheidsbeperkende maatregelen opgelegd, waaronder een locatieverbod van 300 meter rondom de woning van [slachtoffer 1] en een contactverbod. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding aan de benadeelde partij, [slachtoffer 1], toegewezen voor zowel materiële als immateriële schade, en heeft de verdachte veroordeeld tot betaling van deze schade.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/255250-22 en 02/324514-23 (gev.ttz.)
vonnis van de meervoudige kamer van 26 maart 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag 1] 1990 te [geboorteplaats 1] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Grave,
te 5361 ME Grave, Muntlaan 1,
raadsman mr. W.N. Ramnun, advocaat te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 maart 2024, waarbij de officier van justitie mr. I. Klein en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlasteleggingen zijn gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De tenlasteleggingen zijn als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenkingen komen er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
parketnummer 02/255250-22
feit 1:op 16 augustus [slachtoffer 1] heeft mishandeld;
feit 2; in de periode van 11 juni 2022 t/m 31 oktober 2022 [slachtoffer 1] heeft belaagd;
feit 3: op 23 augustus 2022 de auto van [slachtoffer 1] heeft vernield;
feit 4:in de periode van 13 augustus 2022 tot 17 september 2022 [slachtoffer 2] heeft belaagd;
parketnummer 02/324514-23
feit 1: in de periode van 30 januari 2023 t/m 6 december 2023 [slachtoffer 1] heeft belaagd;
feit 2: in de periode van 4 februari 2023 t/m 6 december 2023 de identiteit van [slachtoffer 1] heeft misbruikt door diverse diensten in haar naam af te sluiten;
feit 3:op 11 augustus 2023 [slachtoffer 1] heeft bedreigd.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en baseert zich daarbij op de bewijsmiddelen in het dossier en de (deels) bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter zitting.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich ten aanzien van het bewijs aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
parketnummer 02/255250-22 feiten 2 en 4 parketnummer 02/324514-23 feiten 1 en 2
De rechtbank is van oordeel dat deze feiten, gelet op de inhoud van het dossier en de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter zitting, bewezen kunnen worden verklaard. Er zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, zoals opgenomen in bijlage II van dit vonnis.
nadere bewijsoverweging parketnummer 02/255250-22 feit 2
De rechtbank zal, gelet op de belgegevens van verdachte en het feit de relatie tussen verdachte en [slachtoffer 1] pas op 25 juli 2022 is geëindigd, de bewezen verklaarde periode inkorten. Zij acht bewezen dat de belaging heeft plaats gevonden in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 31 oktober 2022.
parketnummer 02/255250-22 feit 1
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op de aangifte van [slachtoffer 1] , de geneeskundige verklaring betreffende [slachtoffer 1] en de verklaring van [getuige 1] waarin hij aangeeft dat hij ziet dat de man op de vrouw afspringt en vervolgens weg rent.
De verklaring van verdachte dat hij de telefoon van [slachtoffer 1] wilde afpakken en deze door wat duw- en trekwerk aan de telefoon per ongeluk tegen haar neus kwam waardoor het letsel is ontstaan, acht de rechtbank gelet op de bewijsmiddelen ongeloofwaardig.
parketnummer 02/255250-22 feit 3
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op de aangifte van [slachtoffer 1] , de verklaringen van getuigen [getuige 2] en [getuige 3] en het proces-verbaal van bevindingen waarin de camerabeelden worden beschreven. [getuige 2] heeft verklaard dat zij heeft gezien dat de ex van haar buurvrouw, verdachte, een band van haar auto leeg liet lopen en krassen maakte op de auto. [getuige 3] wordt vervolgens gebeld door [getuige 2] en besluit terug te rijden. Hij ziet verdachte dan lopen in de [straat 1] te [plaats 1] , een straat grenzend aan de [straat 2] alwaar de auto van [slachtoffer 1] stond geparkeerd. Daar komt bij dat zowel [getuige 2] als [getuige 3] verklaren dat verdachte een grijs trainingspak droeg en dat ook op de beelden van de vernieling een man is te zien met een grijs trainingspak.
De verklaring van verdachte dat niet hij, maar een persoon waarmee hij ruzie had over drugs, de auto beschadigd zou hebben, acht de rechtbank, gelet op de bewijsmiddelen ongeloofwaardig.
parketnummer 02/324514-23 feit 3
De rechtbank overweegt dat uit het dossier en de verklaring van verdachte ter zitting volgt dat verdachte [slachtoffer 1] op 11 augustus 2023 een bericht heeft gestuurd met daarin de tekst: ‘Groetjes van [naam] trouwens. Had je gehoord wat er gebeurt was bij hem thuis. Ziek man gekke dingen doen ze tegenwoordig hé’ met daarbij een foto van het huis van [slachtoffer 1] .
In de dagvaarding is dat ten laste gelegd als: “zakelijk weergegeven: 'hij een vuurwerkbom bij haar huis te zullen neerleggen' en/of 'verwijzen naar [plaats 2] , waar dat onlangs ook is gebeurd', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.”
De vraag is vervolgens of dit een bedreiging in strafrechtelijke zin oplevert indien daarbij tevens in acht wordt genomen dat met “ [naam] ” [naam] wordt bedoeld waar volgens de politie op 1 juni 2023 een zware vuurwerkbom is ontploft. De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is. Hoewel de rechtbank zich kan voorstellen dat – zoals door verdachte ter terechtzitting is erkend – een dergelijke bericht, gelet op het feit dat [slachtoffer 1] door verdachte werd belaagd, angst bij haar kon veroorzaken, acht zij de gebezigde bewoordingen onvoldoende concreet om tot een bewezenverklaring te komen. Er wordt in bedekte termen verwezen naar een incident met een vuurwerkbom. Anders dan in de tenlastelegging is opgenomen heeft verdachte echter niet de tekst gestuurd dat hij een vuurwerkbom bij de woning van aangeefster zou neerleggen. In die zin wijkt de tekst van de tenlastelegging ook te veel af van de werkelijk gebruikte bewoordingen. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
parketnummer 02/255250-20
feit 1
op 16 augustus 2022 te [plaats 1] [slachtoffer 1] heeft mishandeld door met kracht tegen het gezicht te slaan;
feit 2
op meerdere tijdstippen in de periode van
1 augustus 2022tot en met 31 oktober 2022 te [plaats 1] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door
- veelvuldig die [slachtoffer 1] telkens ongewenst telefonisch te benaderen en contact te zoeken en
- veelvuldig telefonisch contact op te nemen/te zoeken met die [slachtoffer 1] via haar werk en
- veelvuldig voicemailberichten in te spreken/achter te laten en
- meerdere e-mailberichten te sturen naar voornoemde [slachtoffer 1] en
- meermalen bij de woning van die [slachtoffer 1] te verschijnen en
- meermalen contact te zoeken met meerdere familieleden en vrienden van die [slachtoffer 1] en
- accounts op meerdere internetsites aan te maken op naam van die [slachtoffer 1] en
- accounts aan te maken onder de naam van die [slachtoffer 1] en op deze accounts naaktfoto's van die [slachtoffer 1] te plaatsen en diverse privégegevens van die [slachtoffer 1] erbij te vermelden en
- bestellingen te plaatsen op internetsites en bezorgdiensten op naam van die [slachtoffer 1] ,
met het oogmerk die voornoemde [slachtoffer 1] , te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen;
feit 3
op 23 augustus 2022 te [plaats 1] opzettelijk en wederrechtelijk een auto (Mercedes Benz v.v.h.k. [kenteken] ), die geheel aan [slachtoffer 1] , toebehoorde heeft beschadigd;
feit 4
op meerdere tijdstippen in de periode van 13 augustus 2022 tot 17 september 2022 te [plaats 1] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , door
- veelvuldig telefonisch contact op te nemen en toe zoeken met die [slachtoffer 2] en
- veelvuldig berichten te sturen naar die [slachtoffer 2] en
- veelvuldig voicemailberichten in te spreken bij die [slachtoffer 2] en
- een dreigend bericht te sturen naar die [slachtoffer 2] inhoudende de tekst: * "Mij niet bellen, jullie willen oorlog en dat zullen jullie krijgen" met het oogmerk die voornoemde [slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen;
parketnummer 02/324514-23
feit 1op meerdere tijdstippen in de periode van 30 januari 2023 tot en met 06 december 2023 te [plaats 1] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door
- veelvuldig die [slachtoffer 1] telkens ongewenst te benaderen/contact te zoeken via Skype, iMessage en verschillende mailadressen, en
- veelvuldig contact op te nemen/te zoeken met die [slachtoffer 1] via verschillende sociale media platformen, en
- bij de woning van die [slachtoffer 1] te verschijnen en foto’s van de woning van die [slachtoffer 1] te sturen met daarbij teksten, zakelijk weergegeven: ‘ik dacht dat je thuis zou zijn’ en ‘ik kom snel weer langs’, en
- meer accounts op een internetsite aan te maken op naam van die [slachtoffer 1] , en
- een of meer accounts aan te maken onder de naam van die [slachtoffer 1] en op deze accounts gedeeltelijke naaktfoto's van die [slachtoffer 1] te plaatsen en diverse privégegevens van die [slachtoffer 1] te vermelden/plaatsen, en
- bestellingen te plaatsen op internetsites op naam van die [slachtoffer 1] ,
met het oogmerk die voornoemde [slachtoffer 1] , te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen;
feit 2op meerdere tijdstippen in de periode 04 februari 2023 tot en met 06 december 2023 te [plaats 1] , opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten [slachtoffer 1] heeft gebruikt met het oogmerk om de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan, immers heeft verdachte opzettelijk en wederrechtelijk,
- bij Impact Sports Academy een sportabonnement op naam van die [slachtoffer 1] afgesloten met gebruikmaking van haar achternaam, adres, postcode of geboortedatum, en
- bij Anytime Fitness te [plaats 1] een sportabonnement op naam van die [slachtoffer 1] heeft afgesloten met gebruikmaking van haar voornaam, achternaam, geslacht, geboortedatum, emailadres, rekeningnummer, adres of postcode, en
- bij Zekur.nl een aansprakelijkheidsverzekering op naam van die [slachtoffer 1] , heeft afgesloten met gebruikmaking van haar voorletters, achternaam, adres of postcode, en
- bij Kika en AMREF Flying Doctors en KWF Kankerbestrijding en Wilde Ganzen en Stichting Cordaid en Unicef Nederland en Stichting World Vision Nederland een donatie van 20 euro of 50 euro of 75 euro of 100 euro of 200 euro, op naam van die [slachtoffer 1] heeft verricht met gebruikmaking van haar voornaam, achternaam, emailadres of rekeningnummer, en
- bij Wereld Natuur Fonds een aanmelding heeft verricht of een betalingsverplichting is aangegaan als donateur voor 9,95 euro per maand, op naam van die [slachtoffer 1] met gebruikmaking van haar voornaam of rekeningnummer, en
- bij Stichting Woord & Daad en Unicef Nederland en Stichting Cordaid en CliniClowns en de Nationale Postcode Loterij en het Rode Kruis en Stichting MS research een aanmelding op naam van die [slachtoffer 1] heeft verricht met gebruikmaking van haar voornaam, achternaam, geboortedatum, adres, postcode of rekeningnummer, en
- bij Essent een energiecontact op naam van die [slachtoffer 1] heeft beëindigd met gebruikmaking van haar emailadres, en
- bij Freedom Internet een internetabonnement heeft afgesloten op naam van die [slachtoffer 1] met gebruikmaking van haar voornaam, achternaam, adres of postcode, en
- bij Tele2 een telefoonabonnement heeft afgesloten op naam van die [slachtoffer 1] met gebruikmaking van haar achternaam, adres, postcode, emailadres of rekeningnummer, en
- bij Booking.com een All Inclusive vakantie heeft geboekt op naam van die [slachtoffer 1] met gebruikmaking van haar voornaam of emailadres, en
- bij dagblad(en) Telegraaf en Privé een abonnement heeft afgesloten en een betalingsverplichting is aangegaan op naam van die [slachtoffer 1] met gebruikmaking van haar voornaam, achternaam of emailadres, en
- bij Breure Grondwerken BV een bestelling heeft geplaatst voor een big bag zwarte grond op naam van die [slachtoffer 1] met gebruikmaking van haar voornaam, achternaam, adres, postcode of emailadres, en
- bij Happie Delivery een bestelling heeft geplaatst voor een ‘High Tea Medium’ op naam van die [slachtoffer 1] met gebruikmaking van haar voornaam, achternaam, adres, postcode of telefoonnummer, en
- bij Thuisbezorgd.nl een bestelling heeft geplaatst ter waarde van 40,00 euro op naam van die [slachtoffer 1] met gebruikmaking van haar voornaam, achternaam, adres, postcode of telefoonnummer, en
- bij Domino`s Pizza een bestelling heeft geplaatst ter waarde van 42,47 euro op naam van die [slachtoffer 1] met gebruikmaking van haar telefoonnummer en
- bij YouFone een installatiepakket heeft besteld voor televisie/internet en bellen, op naam van die [slachtoffer 1] met gebruikmaking van haar adres of postcode.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd door de reclassering, waarbij zij heeft gevorderd dat er een locatieverbod wordt opgelegd binnen een straal van 300 meter van het woonadres van aangeefster. Verder vordert zij dat de vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht zal worden opgelegd, met daaraan verbonden een locatieverbod dat ziet op een straal van 300 meter rondom het woonadres van [slachtoffer 1] , een contactverbod met [slachtoffer 1] , haar ouders en haar zus en een verbod tot het doen van uitlatingen over [slachtoffer 1] op Social Media, met toepassing van vervangende hechtenis voor de duur van 1 week voor iedere keer dat verdachte zich niet aan de maatregel houdt, met een maximum van 6 maanden. Tot slot wordt de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en de vrijheidsbeperkende maatregel gevorderd..
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan duur van de reeds ondergane voorlopige hechtenis, in combinatie met een lange voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaren met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. De dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden kan daarbij worden opgelegd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten: alle gepleegd tegen en in zijn relatie tot zijn (inmiddels) ex-partner en haar moeder. Verdachte heeft zijn ex-partner [slachtoffer 1] gedurende een periode van circa anderhalf jaar belaagd. Ook heeft hij zich daarbij schuldig gemaakt aan identiteitsfraude door haar persoonsgegevens te misbruiken en heeft hij haar gedurende die periode éénmaal mishandeld en haar auto beschadigd. Ook de moeder van [slachtoffer 1] werd slachtoffer van de belaging door verdachte.
De rechtbank vindt dat in onderhavige zaak sprake is van een zeer ernstige vorm van belaging. Naast de klassieke belagingsvormen (onder meer het langdurig en meermaals telefonisch en via e-mailberichten lastigvallen), heeft verdachte, door zich voor te doen als [slachtoffer 1] op internetsites een advertentie geplaatst, waarin hij aan mannen aanbiedt om gebruik te maken van seksuele diensten van en met [slachtoffer 1] . Daartoe heeft verdachte een foto gebruikt en de concrete adresgegevens van [slachtoffer 1] geplaatst op het internet. Dit heeft geresulteerd in tientallen confrontaties met onbekende mannen die zich bij de woning van [slachtoffer 1] meldden met de intentie en de verwachting om seks met haar te hebben.
Uit het verzoek tot schadevergoeding dat [slachtoffer 1] als benadeelde partij heeft ingediend, blijkt dat de feiten een behoorlijke impact op haar leven hebben gehad. Zo heeft zij ter zitting in haar slachtofferverklaring benoemd dat zij nog steeds in de overlevingsstand staat, om maar niet te hoeven voelen wat verdachte haar heeft aangericht. Doordat er verschillende mannen bij haar aan de deur hebben gestaan raakt zij nog steeds in paniek als de deurbel gaat en durft zij haar auto niet te ver weg te parkeren. [slachtoffer 1] is als gevolg van het handelen van verdachte acht dagen opgenomen geweest in het Trauma Centrum Nederland voor een klinische traumabehandeling. Deze behandeling is inmiddels afgerond, maar [slachtoffer 1] vraagt zich af of zij ooit nog dezelfde persoon zal worden als voorheen.
persoon van verdachte
Uit het strafblad van verdachte van 2 februari 2024 blijkt dat verdachte in het verleden eerder voor belaging is veroordeeld. Daarnaast is verdachte, zelfs toen hij onder strenge voorwaarden werd geschorst uit de voorlopige hechtenis in onderhavige zaak, doorgegaan met onder meer de belaging van [slachtoffer 1] .
Over verdachte is ook een reclasseringsrapport opgemaakt. Uit dit rapport van 21 februari 2024 leidt de rechtbank – onder meer – af dat ook deze eerdere belagingszaak gepleegd werd tegen een ex-partner. De psychiater zag destijds in de persoonlijkheid van verdachte mogelijk narcistische trekken. De reclassering ziet in het psychosociaal functioneren van verdachte de belangrijkste criminogene factor, mogelijk in combinatie met zijn middelengebruik. Zij vermoeden dat verdachte het moeilijk kon verkroppen dat zijn relatie voorbij was en dat hij in ieder geval reageerde op een nare, wraakzuchtige en grensoverschrijdende wijze. De reclassering kan niet vaststellen of dit voortkomt uit krenking, maar de rechtbank ziet hier, gelet op de houding van verdachte op zitting, wel degelijk een reden van het gedrag van verdachte in. Er worden door de reclassering ook problemen gezien op het gebied van huisvesting, financiën en zijn huidige relatie. De reclassering adviseert om (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte op te leggen met daaraan gekoppeld de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht, een gedragsinterventie middelengebruik, een ambulante behandeling, een drugsverbod en een contact- en locatieverbod (met elektronische monitoring). Ook wordt geadviseerd tot de oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht.
straf
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf passend en geboden is. Gelet op de aard en ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijk gedeelte gelijk is aan het voorarrest. De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van het voorarrest waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar op leggen. Deze deels voorwaardelijke gevangenisstraf vormt een stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw (dergelijke) strafbare feiten te plegen en maakt het stellen van bijzondere voorwaarden mogelijk. De rechtbank ziet aanleiding de door de reclassering geadviseerde voorwaarden aan de voorwaardelijke straf te verbinden. Zij voegt daaraan nog toe dat het verdachte wordt verboden om zich, direct of indirect, via internet of sociale media of anderszins uit te laten over [slachtoffer 1] . Gelet op de eis van de officier van justitie zal de rechtbank bepalen dat het locatieverbod geldt voor een straal van 300 meter rondom de woning van aangeefster.
vrijheidsbeperkende maatregelen
De rechtbank acht ter voorkoming van ernstig belastend gedrag van verdachte richting [slachtoffer 1] en haar moeder van belang dat verdachte op geen enkele wijze contact met haar of haar moeder zoekt of heeft en dat hem wordt verboden om zich in een straal van 300 meter rondom de woning van [slachtoffer 1] te bevinden. De rechtbank zal daarom aan verdachte op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht de maatregel opleggen dat hij zich onthoudt van contact met [slachtoffer 1] en haar moeder en de maatregel dat hij zich niet bevindt in een straal van 300 meter rondom de woning van [slachtoffer 1] . De rechtbank legt deze maatregelen op voor de duur van drie jaar en bepaalt dat de duur van de vervangende hechtenis twee weken bedraagt voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van zes maanden.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de vrijheidsbeperkende maatregel ook van toepassing te laten zijn op de vader en zus van [slachtoffer 1] , nu zij niet als aange(efst)(v)er betrokken zijn.
dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank zal gelet op de bewezen verklaarde feiten [slachtoffer 1] bepalen dat de bijzondere voorwaarden en het op de naleving van die voorwaarden uit te oefenen reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaar zijn, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van [slachtoffer 1] .
Daarnaast zal de rechtbank bepalen dat de opgelegde vrijheidsbeperkende maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich belastend zal gedragen jegens [slachtoffer 1] .
tenuitvoerlegging
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van € 15.563,37, waarvan € 5.563,37 ter zake van materiële schade en € 10.000,- ter zake van immateriële schade voor de feiten 1, 2 en 3 onder de parketnummers 02/255250-20 en 02/324514-23.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
materiële schade
De schade ten aanzien van de bestelling bij tegeldepot is geen schade waarvoor verdachte aansprakelijk is, nu deze kosten niet als rechtstreekse schade zijn aan te merken. Deze schade is immers geen rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte. De benadeelde partij zal voor dit deel niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. Dat deel kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. De overige gevorderde materiële schade is wel aan te merken als rechtstreekse schade. Omdat deze schade ook voldoende is onderbouwd, zal de rechtbank de vordering voor het overige deel toewijzen, met dien verstande dat zij de schade aan de auto zal schatten op een bedrag van
€ 2.500,-. De rechtbank is van oordeel dat voldoende duidelijk is dat verdachte aansprakelijk is voor schade aan de auto, maar nu de schadecalculatie pas meer dan een jaar later is opgemaakt kan zij niet overgaan tot toekenning van het volledige bedrag. Onduidelijk is of de gehele gevorderde schade ziet op de door verdachte gepleegde vernieling ruim een jaar eerder.
immateriële schade
Namens de benadeelde partij is aangevoerd dat zij nadelige (psychische) gevolgen heeft ondervonden van het bewezen verklaarde handelen van verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank brengt de aard en de ernst van de normschending door verdachte mee dat die nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde partij zo voor de hand liggen, dat sprake is van een aantasting in de persoon. Hoewel de mate waarin die gevolgen kunnen worden toegerekend aan verdachte en in hoeverre andere factoren ook meespelen, in deze procedure niet precies kunnen worden vastgesteld, staat in ieder geval vast dat er sprake is van psychisch letsel. De rechtbank acht gelet op de onderbouwing een vergoeding van een bedrag van € 10.000,- aan immateriële schade billijk. Deze schade staat naar het oordeel van de rechtbank in voldoende verband met het bewezen verklaarde handelen van verdachte, omdat voldoende aannemelijk is gemaakt dat de benadeelde partij daardoor nadelige geestelijke gevolgen heeft ondervonden.
wettelijke rente
Ook zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen. Voor het bepalen van de aanvangsdatum waarop de wettelijke rente verschuldigd is, kijkt de rechtbank niet naar het moment waarop - met name - de belaging een aanvang heeft genomen, maar naar het moment dat de belaging tot een einde is gekomen. Er kan immers pas van belaging worden gesproken als sprake is van herhaaldelijk inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer gedurende een bepaalde periode. Daarom zal de rechtbank de wettelijke rente toewijzen vanaf 6 december 2023.
schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal daarnaast de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van de toegekende schadeposten bij beide benadeelde partijen. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.

8.Het beslag

8.1
De onttrekking aan het verkeer
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen heroïne is vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Gebleken is dat de heroïne bij het onderzoek naar de ten laste gelegde feiten is aangetroffen, terwijl dit goed van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
8.2
De verbeurdverklaring
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen telefoon is vatbaar voor verbeurdverklaring. Gebleken is dat de telefoon aan verdachte toebehoorde en deze feiten zijn begaan met dit voorwerp.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 38v, 38w, 57, 231b, 285b, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
parketnummer 02/324514-23
- spreekt verdachte vrij van het onder 3 ten laste gelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 02/25520-22
feit 1:mishandeling;
feit 2:belaging;
feit 3:opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
feit 4:belaging;
parketnummer 02/324514-23
feit 1:belaging;
feit 2:opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan.
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 18 (achttien) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 (drie) jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich, na zijn vrijlating, binnen 48 uur meldt bij Reclassering Nederland, Langendijk 34 te Breda, telefoonnummer: 088-81041505. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dit nodig acht;
* dat verdachte actief deelneemt aan de gedragsinterventie Leefstijltraining of een andere gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- dat verdachte meewerkt aan diagnostiek en eventueel daaruit volgende behandeling door een gespecialiseerde forensische instelling zoals Novadic-Kentron of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk bij aanwezigheid van een indicatie. De behandeling duurt de gehele periode of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor detoxificatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
- dat verdachte geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- dat verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zoekt met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 1991 te [geboorteplaats 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd niet bevindt binnen een straal van 300 meter binnen het woonadres van [slachtoffer 1] , te weten [postcode] [plaats 1] , [straat 2] . Verdachte werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatieverbod. Verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat hij in Nederland verblijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering dit locatieverbod (deels) laten vervallen. De aansluiting van het elektronische monitoringsmiddel kan plaatsvinden vanaf de derde werkdag nadat de reclassering is geïnformeerd over de ingangsdatum. De aansluiting zal plaatsvinden in de Penitentiaire Inrichting;
* dat verdachte zich via internet en social media of anderszins op geen enkele wijze, direct of indirect, uitlaat over [slachtoffer 1] ;
- stelt vast dat
van rechtswege de volgende voorwaardengelden:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Maatregel
- legt op de maatregel dat verdachte voor de duur van 3 (drie) jaar op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 1991 te [geboorteplaats 2] en [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 1958 te [geboorteplaats 3] ;
- legt op de maatregel dat verdachte zich voor de duur van 3 (drie) jaar niet binnen een straal van 300 meter van het woonadres van [slachtoffer 1] , te weten [postcode] [plaats 1] , [straat 2] , zal bevinden;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregelen wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 2 (twee) weken voor iedere keer dat niet aan de maatregelen wordt voldaan, met een totale duur van ten hoogste 6 (zes) maanden;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregelen niet opheft;
Dadelijke uitvoerbaarheid
- - bepaalt dat de aan de voorwaardelijke straf verbonden voorwaarden en het op de naleving van die voorwaarden uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de opgelegde maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer het in beslag genomen voorwerp, te weten:
* 1 STK heroïne, PL2000-203205079-2667281, bruin;
- verklaart verbeurd het in beslag genomen voorwerp, te weten:
* 1 STK GSM, PL2000-2023208079-G2667220, smartphone, zwart, Huawei;
Benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van
€ 13.234,40, waarvan € 3.234,40 aan materiële schade en € 10.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 6 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] (ten behoeve van de feiten 1, 2 en 3 onder de parketnummers 02/255250-20 en 02/324514-23)
€ 13.234,40te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 6 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 101 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. van der Linden, voorzitter, mr. D. van Kralingen en mr. J.C. Gillesse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Lorello-Willeboordse, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 26 maart 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.