Op 26 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van zijn ex-vriendin. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, in de periode van 14 oktober 2022 tot en met 7 november 2022 en van 1 april 2023 tot en met 12 juli 2023, stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de benadeelde. De verdachte heeft haar lastiggevallen door onder andere bloemen en cadeaus te sturen, veelvuldig te bellen en berichten te versturen, ondanks dat de benadeelde dit niet wilde. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een taakstraf van 150 uren op, alsook een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werden bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met de benadeelde en haar dochter. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet alleen de persoonlijke levenssfeer van de benadeelde heeft geschonden, maar ook dat zijn gedrag ernstige gevolgen heeft gehad voor haar welzijn. De benadeelde partij vorderde een schadevergoeding van € 3.541,29, waarvan de rechtbank € 2.141,29 toewijsbaar achtte, inclusief immateriële schade. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht tot betaling van deze schadevergoeding, met wettelijke rente vanaf 12 juli 2023.