Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 4;
- de mondelinge behandeling van 10 januari 2024 en de voortzetting daarvan op 8 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waaraan de pleitnota’s van [naam2] zijn gehecht.
2.De feiten
3.Het geschil
- i) aan [eiser1] en [bedrijf1] de cijfers en jaarrekeningen van 2021 en 2022 van [partij2] en [partij3] te overhandigen, en dit in zodanige vorm dat [bedrijf1] het waarderingsrapport definitief kan maken en [bedrijf1] de aangiftes Vpb van [partij1] en HvA kan indienen, en dit binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis op straffe van het verbeuren van een dwangsom van € 2.500,00 voor iedere dag dat [naam2] nalaat de cijfers en jaarrekeningen aan [eiser1] en [bedrijf1] te overhandigen;
- ii) zijn medewerking te verlenen aan de betaling van een voorschot van € 125.000,00 op het door [eiser1] te ontvangen bedrag van € 127.000,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
- iii) zijn medewerking te verlenen aan het betalen van een voorschot van € 300.000,00 op het door [eiser1] te ontvangen bedrag wegens onderbedeling, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
- iv) de proceskosten te betalen.
corporate opportunities’ is geen sprake. [partij3] richt zich op de detachering van werknemers naar R&D-afdelingen van agrarische bedrijven. Dat zijn wezenlijk andere activiteiten dan de activiteiten die in HvA worden ontplooid. HvA bestaat namelijk uit i) het Hof van Autriche (het recreatiebedrijf waar [eiser1] zich mee bezig houdt), ii) HvA Technologies, dat maatwerk-softwareapplicaties ontwikkelt en iii) HvA Web Solutions, dat SaaS(Software as a Service)-diensten aanbiedt met welke ICT werkzaamheden [naam2] zich bezig houdt. Hoewel HvA Technologies en HvA Web Solutions zich ook richten op de agrarische sector, houden de gelijkenissen daarmee ook op. Bovendien stelt [naam2] dat de omzet van [partij3] in het bijzonder voortkomt uit een overeenkomst met [bedrijf7] Ltd. [naam2] is daarover transparant geweest en heeft [eiser1] geïnformeerd dat dit los staat van HvA. [eiser1] heeft [naam2] geïnformeerd dit ‘prima’ te vinden. Ten aanzien van de door [eiser1] gevorderde voorschotten voert [naam2] aan dat het enkele feit dat partijen [bedrijf1] gezamenlijk opdracht hebben gegeven om de (aandelen in de) [naam3] te waarderen, niet betekent dat partijen daarmee ook overeenstemming hebben bereikt over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder tot een splitsing van de activiteiten kan worden gekomen. [bedrijf1] heeft in dat kader slechts een voorstel gedaan, maar daaraan kan [eiser1] geen vorderingsrecht ontlenen. Volgens [naam2] zijn er diverse andere opties om de samenwerking binnen [partij1] te beëindigen. Aangezien [naam2] en [eiser1] elk hun eigen aandelen in [partij1] houden en dat er derhalve geen sprake is van gezamenlijk gehouden aandelen, komt [eiser1] ook geen vordering tot verdeling ex artikel 3:178 BW toe. Dat [eiser1] een vordering op [naam2] heeft, is onzeker. Voor zover de voorzieningenrechter evenwel zou oordelen dat aannemelijk is dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen ten aanzien van de splitsing van de activiteiten geldt dat [eiser1] op basis van het voorstel van [bedrijf1] niet alleen positieve, maar ook negatieve vermogensbestanddelen in de vorm van bancaire geldleningen toebedeeld zal krijgen. Vanwege de door [eiser1] gestelde (eigen) financiële positie, is het volgens [naam2] onwaarschijnlijk dat een bank daaraan medewerking zal verlenen. Daarnaast stelt [naam2] dat de financiële positie van [eiser1] een aanzienlijk restitutierisico met zich brengt.
4.De beoordeling
voortgezetmet als doel een minnelijke regeling tussen partijen te onderzoeken, zodat een onzekere, langdurige en kostbare bodemprocedure kan worden voorkomen. Het toelaten van de aanvullende stukken en de akte vermeerdering van eis voorafgaand aan de voortzetting van de mondelinge behandeling is – zoals [naam2] terecht aanvoert – in strijd met de goede procesorde. De voorzieningenrechter zal dan ook op de akte eisvermeerdering en de nadere stukken van [eiser1] geen acht slaan. De eisvermeerdering zal derhalve buiten beschouwing worden gelaten.