4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
in de periode van 1 maart 2023 tot en met 27 juni 2023 te [plaats] meermalen, telkens opzettelijk heeft bereid en bewerkt een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
op27 juni 2023 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 28 kilogram, van een materiaal bevattende metamfetamine en
- ongeveer 180.000 pillen, van een materiaal bevattende MDMA en
- ongeveer 8 gram, van een materiaal bevattende cocaïne en
- ongeveer 900 gram, van een materiaal bevattende MDMA en
- ongeveer 86.000 zegels, van een materiaal bevattende LSD, zijnde amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of cocaïne en/of LSD (lysergide) telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
op 27 juni 2023 te [plaats] , tezamen en vereniging met een ander, opzettelijk een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning geldt, te weten ongeveer 42 kilogram, van een materiaal bevattende de werkzame stof ketamine, in voorraad heeft gehad;
3
op 27 juni 2023 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 600 gram, van een materiaal van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3-Methylmethcathinon (3-MMC), zijnde hasjiesj en 3-Methylmethcathinon (3-MMC) telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.