ECLI:NL:RBZWB:2024:1915

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
21 maart 2024
Zaaknummer
10788635 CV EXPL 23-4534
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen na beëindiging van overeenkomst van opdracht

In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de vordering van De Groene Boekhouder B.V. centraal. De zaak betreft een overeenkomst van opdracht die op 9 maart 2023 tot stand kwam, waarbij De Groene Boekhouder de financiële administratie voor de gedaagde partij verzorgde. De samenwerking werd door de gedaagde beëindigd op 26 april 2023, omdat zij ontevreden was over de dienstverlening. De Groene Boekhouder vorderde betaling van openstaande facturen, die voortvloeien uit de overeenkomst, en stelde dat de gedaagde de facturen niet had betaald, met uitzondering van één factuur. De gedaagde voerde verweer en stelde dat zij niet tevreden was over de geleverde diensten, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde haar verplichtingen niet kon ontlopen. De kantonrechter benadrukte dat de gedaagde schriftelijk had moeten aangeven ontevreden te zijn en een termijn had moeten geven om de dienstverlening te verbeteren. De kantonrechter wees de vordering van De Groene Boekhouder toe, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 28 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10788635 \ CV EXPL 23-4534
Vonnis van 28 februari 2024
in de zaak van
DE GROENE BOEKHOUDER B.V.,
te Tilburg,
eisende partij,
hierna te noemen: De Groene Boekhouder,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde] , H.O.D.N. [bedrijf],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

1.1.
Deze procedure gaat over de vraag of [gedaagde] de openstaande facturen die zij van De Groene Boekhouder heeft ontvangen moet betalen. Volgens [gedaagde] is dit niet geval. Zij heeft de samenwerking beëindigd, omdat zij niet tevreden was over de dienstverlening
.
1.2.
De kantonrechter zal de vordering van De Groene Boekhouder toewijzen en zal hieronder in het vonnis uitleggen waarom dat zo is.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 december 2023
- de mondelinge behandeling van 25 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

3.De feiten

3.1.
Tussen De Groene Boekhouder en [gedaagde] is op 9 maart 2023 een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen, waarbij De Groene Boekhouder de financiële administratie verzorgt voor [gedaagde] . Op de overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden van toepassing.
3.2.
Op 9 maart 2023 heeft De Groene Boekhouder de overeenkomst per e-mail bevestigd. In die mail valt te lezen:

Opdrachtbevestiging
Allereerst bevestig ik dat we de opdracht hebben aanvaard. We gaan voor je bedrijf de administratie verzorgen. Daaronder wordt verstaan: de boekhouding verwerken, de btw-aangifte verzorgen, de jaarrekening samenstellen en je aangifte inkomstenbelasting. Daarnaast zijn we beschikbaar voor advies en overige werkzaamheden.
De overeenkomst heeft een looptijd van vandaag t/m 31 december 2023 en wordt stilzwijgend jaarlijks verlengd. Op al onze diensten zijn de Algemene Voorwaarden van toepassing. (zie bijlage)
Tarieven
De administratie verzorgen we voor een basisbedrag van € 150,00 per maand. Dit wordt steeds maandelijks aan het begin van de maand gefactureerd. Indien er dit jaar nog inhaaldagen zijn worden deze vooraf gefactureerd. Overige werkzaamheden en eventuele inhaaljaren worden gefactureerd op basis van uurtarieven.
De opstartkosten bedragen eenmalig € 350,00. Deze brengen wij niet in rekening, tenzij de dienstverlening binnen 12 maanden na aanvang eindigt.
Alle bedragen zijn exclusief btw.
3.3.
Op 26 april 2023 heeft De Groene Boekhouder de overeenkomst per e-mail beëindigd, omdat [gedaagde] telefonisch heeft aangegeven de samenwerking te willen beëindigen.
3.4.
De Groene Boekhouder heeft vier facturen à € 181,50 aan [gedaagde] verstuurd met betrekking tot de administratie over de maanden januari tot en met april 2023. Enkel de factuur over de maand maart 2023 is betaald. De andere drie facturen zijn onbetaald gebleven. Daarnaast heeft De Groene Boekhouder op 26 april 2023 een factuur van € 423,50 inclusief btw verstuurd met betrekking tot de opstartkosten. Deze factuur is niet door [gedaagde] betaald.
3.5.
Tussen De Groene Boekhouder en [gedaagde] is een betalingsregeling getroffen van € 100,00 per maand. [gedaagde] heeft één keer een betaling van € 100,00 verricht.

4.Het geschil

4.1.
De Groene Boekhouder B.V. vordert aan openstaande facturen een bedrag van € 1.043,51, te vermeerderen met de contractuele rente over een bedrag van € 868,00.
Die facturen gaan over de betaling van het vaste maandbedrag dat is afgesproken en over de opstartkosten. Op grond van de overeenkomst moet [gedaagde] deze bedragen betalen. Het vaste maandbedrag is namelijk afgesproken en ook is afgesproken dat de opstartkosten moeten worden betaald als de dienstverlening binnen een jaar eindigt, zoals het geval is.
De Groene Boekhouder B.V. vordert ook dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld en zij wil de mogelijkheid krijgen om het vonnis meteen uit te voeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
4.2.
[gedaagde] voert verweer en vindt dat de vordering van De Groene Boekhouder B.V. moet worden afgewezen. [gedaagde] was niet tevreden was over de dienstverlening. Tegen de afspraken in heeft De Groene Boekhouder niet geholpen met computerprogramma’s, kreeg zij de directeur die haar zou helpen niet aan de telefoon en de andere medewerkers konden haar niet goed helpen.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter moet beoordelen of [gedaagde] de facturen niet hoeft te betalen, omdat zij de samenwerking heeft beëindigd. Dat is niet het geval, [gedaagde] moet de facturen wel betalen, om de volgende redenen.
In de eerste plaats is het zo dat door een overeenkomst voor beide partijen verplichtingen ontstaan: voor de een om het werk te doen dat is afgesproken en voor de ander om te betalen. Het is niet zo dat als de ene partij zijn verplichtingen niet nakomt, de ander dan automatisch ook zijn verplichtingen niet meer hoeft na te komen. Daar is meer voor nodig.
Verder is het zo dat als [gedaagde] niet wilde betalen omdat zij vond dat De Groene Boekhouder het werk niet goed deed, dan had zij De Groene Boekhouder schriftelijk moeten laten weten dat zij ontevreden was en een termijn moeten geven om het beter te doen. Dat heeft zij niet gedaan.
Er is dus geen reden waarom [gedaagde] haar verplichting om de facturen te betalen, niet meer hoeft na te komen. Op basis van de overeenkomst mocht zij de overeenkomst wel opzeggen. Maar zij moet dan wel de facturen betalen en ook de opstartkosten betalen, zoals is afgesproken.
5.2.
Dit betekent dat De Groene Boekhouder gelijk krijgt, [gedaagde] moet de facturen betalen. Omdat [gedaagde] de facturen te laat betaald, moet zij daarover ook de gevorderde contractuele rente betalen.
5.3.
De Groene Boekhouder vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De hoogte van de vordering wordt getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Het gevorderde bedrag van € 130,20 kan worden toegewezen.
5.4.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
968,00
- rente tot aan de dagvaarding
45,31
- buitengerechtelijke incassokosten
130,20
+
totaal
1.143,51
- betalingen
100,00
-/-
Totaal
1.043,51
5.5.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van De Groene Boekhouder als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding: € 110,55
- griffierecht € 322,00
- salaris gemachtigde € 270,00 (2,00 punten x € 135,00)
- nakosten € 67,50
_____________
Totaal: € 770,05
5.6.
Door [gedaagde] is tijdens de mondelinge behandeling te kennen gegeven dat zij de openstaande facturen niet in één keer kan betalen. Voor het treffen van een betalingsregeling dient zij contact op te nemen met de gemachtigde van De Groene Boekhouder. Volgens de wet kan de kantonrechter niet dwingend een betalingsregeling opleggen.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan De Groene Boekhouder te betalen een bedrag van € 1.043,51, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 15% per jaar over een bedrag van € 868,00, met ingang van 26 oktober 2023, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van De Groene Boekhouder tot dit vonnis vastgesteld op € 770,05,
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van 't Nedereind en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2024.