Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1996 in [geboorteplaats] ;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 13 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1996. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 11 maart 2024 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat mr. S.J. Nijssen, en medische professionals aanwezig waren. De betrokkene heeft verklaard dat zij in een zware periode verkeert en last heeft van stemmen in haar hoofd, wat haar in een kwetsbare positie plaatst. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een vermoeden bestaat van een psychische stoornis, en dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is, waaronder levensgevaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder toediening van medicatie en beperking van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend tot en met 3 april 2024, en de rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van de Poll en is op 22 maart 2024 schriftelijk uitgewerkt.