ECLI:NL:RBZWB:2024:1886

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 maart 2024
Publicatiedatum
21 maart 2024
Zaaknummer
02/705001-17
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvulling van voorwaarden terbeschikkingstelling in strafzaak

Op 21 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de vordering van de officier van justitie tot aanvulling van de voorwaarden van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1955 en momenteel verblijvende in een kliniek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs op 20 december 2018 is aangevangen en eerder is verlengd. Tijdens de zitting op 7 maart 2024 is de officier van justitie, mr. I.M. Peters, gehoord, evenals de raadsvrouw van de betrokkene, mr. W.C. Alberts, en een reclasseringsmedewerker. De reclassering adviseerde om de voorwaarden van de tbs aan te vullen met de mogelijkheid van een 'time-out' in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) indien nodig. De betrokkene heeft aangegeven dat het goed met hem gaat en dat hij zich kan vinden in het advies van de reclassering. De rechtbank oordeelde dat de aanvulling van de voorwaarden in het belang van de betrokkene is en dat deze voorwaarden moeten worden aangepast. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de tbs aangevuld met de mogelijkheid van een time-out, die maximaal veertien weken per jaar kan duren, afhankelijk van de instemming van de betrokkene en de beoordeling door de reclassering. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02/705001-17
beslissing van de meervoudige kamer van 21 maart 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1955,
thans verblijvende in [kliniek] , [adres] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 24 januari 2024, strekkende tot aanvulling van de voorwaarden van de terbeschikkingstelling (hierna tbs);
- het rapport van GGZ Reclassering Inforsa [plaats] van 20 oktober 2023, waarin het advies van de reclassering is vermeld.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland - West-Brabant van 26 juli 2018 is betrokkene, wegens overtreding van artikel 244, 247 en 248 van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest en tbs met voorwaarden.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om misdrijven als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 20 december 2018 aangevangen.
De tbs is bij beslissing van 7 december 2020 en van 28 december 2022 verlengd voor een termijn van twee jaar. Bij beslissing van 28 december 2022 zijn tevens de voorwaarden gewijzigd.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 7 maart 2024 is de officier van justitie mr. I.M. Peters gehoord. Betrokkene is via een videoverbinding gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. W.C. Alberts, advocaat te ’s-Gravenhage, eveneens aanwezig via videoverbinding.
Verder is als deskundige [slachtoffer 1] , reclasseringsmedewerker, via videoverbinding, gehoord.

3.Het advies van de reclassering

De reclassering heeft geadviseerd de nu geldende voorwaarden van de tbs aan te vullen met de mogelijkheid van het kunnen inzetten van een time-out. Betrokkene wordt momenteel klinisch behandeld in de [kliniek] in [plaats] . Het verblijf van betrokkene in de [kliniek] betreft een tweede behandelpoging en er is een positieve ontwikkeling te zien: betrokkene zet zich in voor zijn behandelingen en laat minder groepsontwrichtend gedrag zien. Het plan is nu dat betrokkene na zijn klinische behandeling beschermd zal gaan wonen. In dit traject, waarbij de kliniek meer naar de achtergrond zal verdwijnen, is het van belang dat wanneer er sprake is van instabiliteit in het functioneren van betrokkene en/of wanneer hij de bijzondere voorwaarden overtreedt, er een time-out ingezet kan worden. Dat is op dit moment niet een van de geldende voorwaarden en dus kan de reclassering ook geen gebruik maken van deze mogelijkheid. De reclassering adviseert het toezicht voort te zetten met toevoeging van de volgende voorwaarde:
‘Als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.’
Ter zitting is de deskundige bij de inhoud van het advies gebleven.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering tot aanvulling van de voorwaarden gebleven.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat het goed met hem gaat en hij uitkijkt naar de volgende stap. Hij kan zich vinden in het advies van de reclassering.
De verdediging heeft opgemerkt dat de gevorderde aanvulling van de voorwaarden positief is voor betrokkene. De vordering kan worden toegewezen.

6.Het oordeel van de rechtbank

Aan betrokkene zijn de volgende voorwaarden betreffende zijn gedrag gesteld:
* dat betrokkene zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het toezicht uit te voeren;
* dat betrokkene zich laat opnemen en behandelen in een zorginstelling, te bepalen door DIZ die verantwoordelijk is voor plaatsing, waarbij betrokkene zich totdat plaatsing mogelijk is bij de [kliniek] in [plaats] , waar voor een klinische behandeling een indicatiestelling is afgegeven, laat opnemen in een nader te bepalen forensische zorginstelling, zolang als de inrichting in overleg met de reclassering nodig en wenselijk acht, waarbij betrokkene zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling, terwijl het innemen van medicijnen (dus ook libidoremmende medicatie) onderdeel kan zijn van de behandeling en waarbij betrokkene meewerkt, als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, aan de indicatiestelling en plaatsing;
* dat betrokkene zich laat behandelen door een nader te bepalen forensische polikliniek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, welke behandeling start na de klinische behandeling en duurt zolang als de deskundige in overleg met de reclassering nodig en wenselijk acht, waarbij verdachte zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, terwijl het innemen van medicijnen onderdeel kan zijn van die behandeling;
* dat betrokkene verblijft in een nader te bepalen instelling of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, welk verblijf start na de klinische behandeling en duurt zolang als de reclassering nodig vindt, waarbij betrokkene zich houdt aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
* dat betrokkene geen alcohol gebruikt en meewerkt aan controle op dit alcoholverbod, waarbij de reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd en mogelijke controlemiddelen bloedonderzoek, urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) zijn;
* dat betrokkene op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedag 2] 2004), [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedag 3] 2007) en [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedag 4] 2002) [achternaam] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt in overleg met de reclassering;
* dat betrokkene zich niet in de gemeente bevindt waar de slachtoffers [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedag 2] 2004), [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedag 3] 2007) en [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedag 4] 2002) [achternaam] wonen, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt, waarbij de politie toeziet op handhaving van dit locatieverbod;
* dat betrokkene zich niet op een ander adres vestigt zonder toestemming van het Openbaar Ministerie en de reclassering;
* dat betrokkene op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen en deze contacten zoveel mogelijk vermijdt, waarbij betrokkene als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt dat professionele hulpverleners c.q. toezichthoudende personen hierbij aanwezig zijn;
* dat betrokkene zich op welke wijze dan ook onthoudt van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
waarbij betrokkene tijdens de gesprekken met de reclassering bespreekt hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen en het toezicht op deze voorwaarde onder andere kan bestaan uit controles van computers en andere apparatuur, waarbij betrokkene meewerkt aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek.
De rechtbank is van oordeel dat door de reclassering goed is onderbouwd waarom aanvulling van de geldende voorwaarden met de voorwaarde van een time-out plaats zou moeten vinden. Toevoeging van deze voorwaarde is in het belang van betrokkene en betrokkene ziet er zelf ook de meerwaarde van. De rechtbank is van oordeel dat de gestelde voorwaarden betreffende het gedrag van betrokkene moeten worden aangevuld met de voorwaarde van een time-out.

7.De beslissing

De rechtbank vult de aan de terbeschikkinggestelde opgelegde voorwaarden betreffende zijn gedrag aan met de volgende voorwaarden:
* als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.’
Deze beslissing is gegeven door mr. A.B. Scheltema Beduin, voorzitter, mr. J. Bergen en mr. J.P.E. Mullers, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. C.E.A.M. van der Ven - van de Riet en is uitgesproken ter openbare zitting op 21 maart 2024.
De voorzitter en de jongste rechter zijn niet in de gelegenheid om deze beslissing mede te ondertekenen.