ECLI:NL:RBZWB:2024:1842

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 februari 2024
Publicatiedatum
18 maart 2024
Zaaknummer
AWB- 23_11045
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake kinderopvangtoeslag door niet tijdig betalen griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 februari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen beoordeeld. Eiseres had een verzoek ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag, maar stelde dat verweerder niet op tijd had beslist. De rechtbank heeft echter besloten het beroep versneld te behandelen, omdat het kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit besluit is genomen op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat het mogelijk maakt om zonder zitting uitspraak te doen.

De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat eiseres het griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had eiseres per aangetekende brief op 25 november 2023 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen, maar eiseres heeft dit verzuimd en geen verontschuldiging gegeven voor het niet tijdig betalen. Hierdoor blijft het bestreden besluit van de Belastingdienst/Toeslagen in stand en wordt er geen inhoudelijke beoordeling van het beroep gedaan.

De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/11045

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 februari 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M. Akça-Altun),
en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar verzoek (aanvraag) om herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag.
1.1.
De rechtbank heeft besloten het beroep versneld te behandelen, onder toepassing van afdeling 8.2.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 Awb maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiseres het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 25 november 2023 eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen twee weken na dagtekening van die brief.
5. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.

Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?

6. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van L.J. Sijtsma, griffier, op 29 februari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.