ECLI:NL:RBZWB:2024:1842
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake kinderopvangtoeslag door niet tijdig betalen griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 februari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen beoordeeld. Eiseres had een verzoek ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag, maar stelde dat verweerder niet op tijd had beslist. De rechtbank heeft echter besloten het beroep versneld te behandelen, omdat het kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit besluit is genomen op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat het mogelijk maakt om zonder zitting uitspraak te doen.
De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat eiseres het griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had eiseres per aangetekende brief op 25 november 2023 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen, maar eiseres heeft dit verzuimd en geen verontschuldiging gegeven voor het niet tijdig betalen. Hierdoor blijft het bestreden besluit van de Belastingdienst/Toeslagen in stand en wordt er geen inhoudelijke beoordeling van het beroep gedaan.
De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.