Uitspraak
1.[gedaagde 1] V.O.F.,
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
1.De procedure
2.De feiten
- [naam 1] en (de rechtsvoorgangers van) [bedrijf 1] hebben op 1 januari 1981 een mondelinge huurovereenkomst gesloten betreffende de bedrijfsruimte en de daarboven gelegen woning aan het [adres 1 en 2] tegen een huurprijs van in totaal € 1.650,- per maand.
- In de bedrijfsruimte exploiteert [bedrijf 1] een restaurant.
- De woning is een boven de bedrijfsruimte gelegen etagewoning en omvat de eerste en de tweede verdieping en een zolderverdieping. De woning heeft een eigen opgang en eigen [huisnummer] en is door middel van een doorgang verbonden met de bedrijfsruimte. De eigenaars van [bedrijf 1] wonen in de bovenwoning.
- In de zaak met nummer 9689013 OV VERZ 22-1144 heeft de kantonrechter van deze rechtbank bij beschikking van 26 september 2022 mr. [deskundige] [bedrijf 2] te [plaats 2] als deskundige benoemd om onderzoek te doen en advies uit te brengen over de huurprijs per 15 februari 2022 betrekking tot de bedrijfsruimte. Het voorschot op de kosten van de deskundige is vastgesteld op € 4.950,00 exclusief btw.
- Op 8 maart 2023 heeft de deskundige zijn rapport uitgebracht. De deskundige heeft de huurprijs van de bedrijfsruimte vastgesteld op € 20.300,00 per jaar en de huurprijs van de daarboven gelegen bovenwoning op € 11.400,00 per jaar.
3.Het geschil
- de ingangsdatum van de in conventie vast te stellen huurprijs primair vast te stellen op de datum waarop [naam 1] op zijn kosten de staat van het gehuurde naar het oordeel van [bedrijf 1] afdoende heeft verbeterd, subsidiair op een in goede justitie te bepalen datum die meer recht doet aan de belangen van [bedrijf 1] ;
- indien de staat van de bedrijfsruimte niet in aanmerking dient te worden genomen bij de in conventie vaststellen van de huurprijs en indien de voorwaardelijke vordering in reconventie sub 1 wordt afgewezen, de huurprijs te verminderen conform een in goede justitie vast te stellen percentage, vanaf de het verst in het verleden gelegen datum, zijnde de ingangsdatum van de in conventie vast te stellen huurprijs, dan wel 12 december 2022 dan wel een in goede justitie te bepalen datum, tot en met de dag dat de gebreken verholpen zijn;
- [naam 1] te veroordelen in de proceskosten.
4.De beoordeling
“De marktomstandigheden en economische ontwikkelingen bepalen overwegend de stijgingen en dalingen van de huurprijzen. Het is derhalve dan ook niet vanzelfsprekend dat bij elke huurmutatie de huurprijzen opwaarts kunnen worden bijgesteld.” Verder gaat de bewering van [bedrijf 1] in dit geval volgens de deskundige ook niet op: “
In de referentie set bevinden 2 objecten (referentie 1 en 4) met huurovereenkomsten met langere looptijden waarvan de gemiddelde huurwaarde zelfs hoger uitvalt (€192,99 per m2) dan de gemiddelde huurwaarde van de objecten (referentie 2,3 en 5) met huurovereenkomsten met kortere looptijden (€ 187,09 per m2) hebben, de gemiddelde huurwaarde hoger uitvalt.”De kantonrechter constateert met [naam 1] dat [bedrijf 1] haar stellingen op dit punt niet nader heeft onderbouwd, zodat deze zal worden gepasseerd.
- Van 1 januari 2023 tot 1 januari 2024: huurprijs woonruimte € 831,60 per maand en huurprijs bedrijfsruimte € 1.478,40 per maand.
- Vanaf 1 januari 2024: huurprijs woonruimte € 950,00 per maand en huurprijs bedrijfsruimte € 1.691,67 per maand.
5.De beslissing
- over de periode van 15 februari 2022 tot 1 januari 2023 op € 1.267,20 per maand, zijnde € 15.206,40 per jaar, zonder btw;
- van 1 januari 2023 tot 1 januari 2024 op € 1.478,40 per maand, zijnde
- over de periode van 15 februari 2022 tot 1 januari 2023 op € 712,80 per maand, zijnde € 8.553,60 per jaar, zonder btw;
- van 1 januari 2023 tot 1 januari 2024 op € 831,60 per maand, zijnde € 9.979,20 per jaar zonder btw;
- vanaf 1 januari 2024 op € 950,00 per maand, zijnde € 11.400,- per jaar zonder btw;