Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 26 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitaantekeningen van Arsenius.
2.De feiten
Zij heeft in opdracht van de eenmanszaak diverse bouwmaterialen geleverd. Zij heeft daarvoor diverse facturen gestuurd, waarvan een bedrag van € 71.337,59 niet is voldaan. [eiser] is daarvoor als eigenaar van de eenmanszaak privé aansprakelijk.
€ 498.993,99 verschuldigd is. [eiser] is daarvoor persoonlijk aansprakelijk, omdat hij als bestuurder van de vennootschap opzettelijk en doelbewust de facturen niet heeft voldaan en hij bovendien bij het plaatsen van de bestellingen bij Arsenius al wist dat de vennootschap niet in staat zou zijn om de facturen voor die bestellingen te voldoen. Dit is onrechtmatig.
3.Het geschil
€ 150.000,=;
- De eenmanszaak is vanaf 29 maart 2022 voortgezet door de vennootschap. Deze heeft de schulden van de eenmanszaak overgenomen. [eiser] is dus niet in privé aansprakelijk voor de vordering op de eenmanszaak.
- [eiser] heeft als bestuurder van de vennootschap niet onrechtmatig gehandeld ten opzichte van Arsenius. Hij heeft niet ernstig verwijtbaar gehandeld met betrekking tot het faillissement van de vennootschap en is dus niet in privé schadeplichtig. Het faillissement is het gevolg van een te sterke groei van de onderneming in het jaar 2022 en te weinig werkkapitaal. Het is niet zo dat alle facturen tot en met 25 maart 2023 onbetaald zijn gebleven. De vennootschap heeft binnen haar mogelijkheden betalingen verricht aan Arsenius. De door Arsenius geleverde bouwmaterialen zijn gebruikt voor diverse projecten van de vennootschap. [eiser] is daardoor dus niet in privé verrijkt.