ECLI:NL:RBZWB:2024:17

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 januari 2024
Publicatiedatum
3 januari 2024
Zaaknummer
02-098400-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling ontucht met minderjarigen en kinderporno met verminderde toerekeningsvatbaarheid

Op 4 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontucht met minderjarigen en het bezit van kinderporno. De verdachte, geboren in 1991, was op het moment van de feiten gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Middelburg. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 21 december 2023, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvatte ontuchtige handelingen met twee minderjarige slachtoffers op 2 juni 2022, alsook het verwerven en in bezit hebben van kinderporno in de periode van 21 januari 2016 tot en met 15 juni 2022.

De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging voor een deel bewezen kon worden, met name de ontuchtige handelingen met het tweede slachtoffer en het bezit van kinderporno. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele onderdelen van de tenlastelegging, omdat het bewijs daarvoor onvoldoende was. De rechtbank concludeerde dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was, gezien de vastgestelde stoornissen, waaronder een autismespectrumstoornis en een pedofiele stoornis.

De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, en daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het hoge recidiverisico, en oordeelde dat intensieve behandeling noodzakelijk was. De TBS werd dadelijk uitvoerbaar verklaard, met aanvullende voorwaarden voor toezicht en begeleiding door de reclassering. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de jongste rechter niet in de gelegenheid waren om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02-098400-23
vonnis van de meervoudige kamer van 4 januari 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag 1] 1991 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven op het [adres] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Middelburg,
raadsvrouw mr. M.V. de Nooijer, advocaat te Middelburg.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 21 december 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: op 2 juni 2022 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), terwijl hij toen de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt;
feit 2: op 2 juni 2022 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ), terwijl zij toen de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt;
feit 3: zich in de periode van 21 januari 2016 tot en met 15 juni 2022 bezig heeft gehouden met kinderporno en daarvan een gewoonte heeft gemaakt.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de eerste meldingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dat zij betast zijn door verdachte, de eerste schuldbekentenis van verdachte aan [getuige] en de studioverhoren van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Daar komt bij dat verdachte de feiten gedeeltelijk bekent en de feiten voor het overige niet consequent en consistent ontkent omdat hij zich niet alles zegt te kunnen herinneren. Alle ontuchtige handelingen zoals ten laste zijn gelegd kunnen op basis van deze bewijsmiddelen worden bewezen. Ook feit 3 kan wettig en overtuigend worden bewezen, in die zin dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het (gewoonte maken van het) verwerven en het in het bezit hebben van kinder- en dierenporno.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat er ten aanzien van feit 1 onvoldoende bewijs is voor het betasten van de penis van [slachtoffer 1] door verdachte en het tonen van de eigen penis aan [slachtoffer 1] . Verzocht wordt om verdachte van die onderdelen van de tenlastelegging vrij te spreken. Ten aanzien van feit 2 is er onvoldoende (steun)bewijs voor het bekijken van het ontblote geslachtsdeel van [slachtoffer 2] , zodat verdachte van dit onderdeel moet worden vrijgesproken. Feit 3 kan wettig en overtuigend worden bewezen voor zover dit ziet op het gewoonte maken van het verwerven en het bezitten van kinderporno. Met betrekking tot de aangetroffen dierenporno zoals onder het laatste gedachtestreepje ten laste is gelegd, kan gelet op de beperkte hoeveelheid hiervan niet worden bewezen dat verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1
[slachtoffer 1] heeft verklaard over de ontuchtige handelingen die door verdachte bij hem zijn gepleegd. Zijn verklaring is niet op alle punten consistent en gelijkluidend. Dit acht de rechtbank gelet op zijn jonge leeftijd en persoonlijke problematiek verklaarbaar, maar hierom is wel extra behoedzaamheid geboden bij de beoordeling van zijn verklaring. Wat betreft de ten laste gelegde handelingen overweegt de rechtbank als volgt. Voor hetgeen [slachtoffer 1] heeft verklaard ten aanzien van het betasten van zijn penis door verdachte en dat verdachte zijn penis aan [slachtoffer 1] heeft getoond vindt de rechtbank geen steunbewijs in het dossier. De rechtbank is van oordeel dat de enkele (inconsistente) verklaring van [slachtoffer 1] hierover te weinig is. Daardoor is er te weinig bewijs. Verdachte zal dan ook van deze handelingen worden vrijgesproken. Voor het bekijken van de ontblote penis van [slachtoffer 1] door verdachte vindt de rechtbank steunbewijs in de verklaring die [slachtoffer 2] heeft afgelegd. Zij heeft verklaard dat zij, toen zij bij verdachte wegging, heeft gehoord dat verdachte aan [slachtoffer 1] vroeg of hij ook in zijn broekje mocht kijken, waarna zij dit ook heeft waargenomen. De rechtbank acht de verklaring van [slachtoffer 2] , zoals de rechtbank hierna zal overwegen, geloofwaardig en betrouwbaar. De verklaring van [slachtoffer 1] vindt op dit onderdeel dus voldoende steun in de verklaring van [slachtoffer 2] , zodat er sprake is van wettig en overtuigend bewijs voor dit onderdeel van de tenlastelegging.
Feit 2
[slachtoffer 2] heeft ook verklaard over de ontuchtige handelingen die door verdachte bij haar zijn gepleegd. De verklaring van [slachtoffer 2] komt op de rechtbank authentiek over. Zij verklaart, anders dan [slachtoffer 1] en ondanks haar jonge leeftijd, op wezenlijke punten gedetailleerd en consistent. De rechtbank heeft geen reden om aan haar verklaring te twijfelen en is van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 2] betrouwbaar en geloofwaardig is. De rechtbank neemt haar verklaring dan ook als uitgangspunt. De verklaring van [slachtoffer 2] wordt verder ondersteund door de verklaring van verdachte dat hij de benen, billen en vagina van [slachtoffer 2] heeft betast toen zij bij hem op schoot zat. Hierdoor is er voldoende bewijs. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle onder feit 2 ten laste gelegde ontuchtige handelingen.
Feit 3
De rechtbank acht op basis van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderporno heeft verworven, in zijn bezit heeft gehad, zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang toe heeft verschaft en dat hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt. Van de overige ten laste gelegde handelingen wordt verdachte gedeeltelijk vrijgesproken. Het laatste gedachtestreepje van de tenlastelegging begrijpt de rechtbank zo dat aan verdachte enkel de op zijn gegevensdragers aangetroffen kinderporno wordt verweten, en niet daarnaast het bezit van dierenporno. Dit leidt de rechtbank af uit de opbouw van de tenlastelegging, waaruit onmiskenbaar volgt dat de gedachtestreepjes onder feit 3 beschrijvingen zijn van de aangetroffen afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken. Alhoewel op de afbeeldingen ook dieren te zien zijn, worden de handelingen gepleegd met een minderjarige en vallen deze dus onder de reikwijdte van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
feit 1op 2 juni 2022 te [plaats] , gemeente Reimerswaal, met
[slachtoffer 1], geboren op
[geboortedag 2] -2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een ontuchtige handeling heeft gepleegd, hebbende verdachte de ontblote penis van die [slachtoffer 1] bekeken;
feit 2op 2 juni 2022 te [plaats] , gemeente Reimerswaal met
[slachtoffer 2], geboren op
[geboortedag 3] -2014, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte de vagina, en de billen van die [slachtoffer 2] betast en de ontblote vagina, bekeken;
feit 3op tijdstippen in de periode van 21 januari 2016 tot en met 15 juni 2022 te [plaats] , gemeente Reimerswaal, (telkens) een (groot aantal) afbeeldingen, te weten foto's en video's/films - en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten een laptop en een GSM -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of vinger/hand en/of tong en/of een voorwerp) door zichzelf en/of door een volwassen man/een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft/hebben bereikt (onder
meer afbeelding 04, 08, 10, 14, 18 van de toonmap), en
- het (laten) betasten van de geslachtsdelen en/of borsten en/of billen van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt door een volwassen persoon/een persoon die (eveneens) kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt/zichzelf (onder meer afbeelding 01, 02, 03, 15, 20 van de toonmap), en
- het masturberen en/of ejaculeren dicht(bij) en/of op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of het houden van een (stijve) penis naast het gezicht/lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (onder meer afbeelding 06, 09, 12, 13, 16 van de toonmap), en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed en/of opgemaakt zijn en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in (erotisch getinte) houdingen poseert/poseren die niet bij haar/zijn/hun leeftijd past/passen en/of door de het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (onder meer afbeelding 05, 07, 17, 19 van de toonmap),
en
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren door een dier van het lichaam van een minderjarige en/of het anaal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van een dier door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of het betasten en/of likken van de geslachtsdelen/billen door een dier van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of het likken en/of betasten van de geslachtsdelen van een dier door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (onder meer afbeelding 11 van de toonmap);
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Aan het voorwaardelijk strafdeel moet een proeftijd van 5 jaar worden verbonden gelet op de eerdere mislukte pogingen om recidive te voorkomen. Daarnaast vordert hij aan verdachte op te leggen de maatregel terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden, met daaraan alle voorwaarden verbonden zoals door de reclassering zijn geadviseerd en de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan. Om verdachte ook na afloop van de TBS te kunnen begeleiden, is ten slotte gevorderd om aan verdachte op te leggen een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) op grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de rechtbank om het advies van de psychiater, met name ten aanzien van de diagnose, over te nemen, zodat er duidelijkheid is over het uitgangspunt van een behandeling. Verdachte kan zich vinden in het plan van aanpak dat de reclassering naar aanleiding van de Pro-Justitiarapportage heeft geadviseerd. Hij is gemotiveerd voor een klinische behandeling. Verzocht wordt om het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf niet langer te laten duren dan de tijd die verdachte inmiddels in voorarrest heeft doorgebracht, zodat ook de mogelijkheid bestaat om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen. Verder verzet verdachte zich niet tegen de dadelijke uitvoerbaarheid van de TBS met voorwaarden.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ontucht met een minderjarige buurjongen en -meisje. Deze ontuchtige handelingen vonden plaats toen de kinderen op bezoek waren bij verdachte. Door zijn handelwijze heeft verdachte misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in hem als buurman en volwassene mocht worden gesteld. Verder heeft verdachte door het plegen van deze handelingen de lichamelijke integriteit van de kinderen in ernstige mate geschonden. Het is een feit van algemene bekendheid dat het ondergaan van ontuchtige handelingen schade kan toebrengen aan de geestelijke gezondheid van de slachtoffers en de normale gezonde seksuele ontwikkeling van een kind kan doorkruisen.
Daarnaast heeft verdachte gedurende een lange periode kinderpornografische video’s en foto’s verworven, in zijn bezit gehad en hiervan een gewoonte gemaakt. Dit betreft een zeer ernstig feit. Bij de vervaardiging van deze afbeeldingen en video’s worden kinderen seksueel misbruikt en geëxploiteerd. In veel gevallen lopen de kinderen die hieraan bloot worden gesteld grote psychische schade op, die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Door zijn handelen heeft verdachte dit misbruik in stand gehouden. Hij heeft daarbij enkel aan zichzelf gedacht en zich niet bekommerd om de zeer ernstige en traumatische gevolgen van het misbruik voor deze kinderen. Dit blijkt ook uit zijn verklaring bij de politie, waaruit volgt dat hij in eerste instantie niet goed begreep waarom het bekijken van beeldmateriaal dat al bestaat nog schadelijk is voor de kinderen die daarop te zien zijn. De vraag naar kinderporno stimuleert echter de productie ervan, waardoor verdachte een bijdrage heeft geleverd aan het misbruik van kinderen. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het daarom noodzakelijk om niet alleen degenen te bestraffen die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno in bezit hebben of dit online bekijken.
Verdachte heeft zich met het plegen van deze feiten telkens laten leiden door zijn eigen seksuele verlangens en steeds zijn eigen behoeften voorop gesteld, zonder daarbij rekening te houden met de slachtoffers. De rechtbank neemt hem dit kwalijk.
Strafblad
De rechtbank overweegt dat uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij in 2014 een voorwaardelijk sepot opgelegd heeft gekregen voor zedenmisdrijven. Alhoewel dit sepot niet meetelt voor de recidivetermijn, weegt de rechtbank wel mee dat verdachte destijds reclasseringsbegeleiding opgelegd heeft gekregen en dat dit hem er niet van heeft weerhouden om wederom zedendelicten te begaan.
Maatregel(en)
Bij het bepalen van de hoogte van de aan verdachte op te leggen straf is van belang of verdachte al dan niet (verminderd) toerekeningsvatbaar was ten tijde van de bewezen verklaarde feiten en of aan hem de maatregel van TBS met voorwaarden moet worden opgelegd.
Bij de beoordeling van die vraag slaat de rechtbank acht op de rapportages van psychiaters [psychiater 1] en [psychiater 2] en [GZ-psycholoog] van 2 oktober 2023. Zowel de psycholoog als de psychiaters concluderen dat er bij verdachte sprake is van een autismespectrumstoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis. De psycholoog concludeert dat daarbij ook nog sprake is van een pedofiele stoornis. De stoornissen waren volgens de deskundigen tijdens het plegen van de feiten aanwezig en daarom wordt geadviseerd om het bewezenverklaarde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. De deskundigen schatten het risico op vergelijkbaar delictgedrag in als hoog. Eerdere behandeling en begeleiding hebben onvoldoende geleid tot blijvend inzicht en gedragsverandering. Verdachte moet intensieve begeleiding en behandeling krijgen, wat eerst binnen een klinische setting plaats moet vinden. Een stevig en langdurig juridisch kader is daarvoor van belang en noodzakelijk om het risico op recidive te verminderen. TBS met voorwaarden is daarbij het meest passend.
Er is een maatregelenrapport door de reclassering uitgebracht op 4 december 2023. Ook door de reclassering wordt het recidiverisico ingeschat als hoog. Op basis van de over verdachte bekende gegevens wordt geconcludeerd dat er een zorgelijk patroon is aangaande seksueel grensoverschrijdende gedragingen en/of zedenmisdrijven. Er worden problemen geconstateerd op het gebied van sociaal-emotioneel functioneren, sociale interactie en het aangaan van gelijkwaardige en/of intieme relaties. Ook is er sprake van verstoorde stress- en emotieregulatie en inadequate coping. Hoewel verdachte twee keer eerder is behandeld en eerder een zedenspecifieke behandeling heeft ondergaan, heeft dit niet geleid tot gedragsverandering. Ditzelfde geldt voor een eerder aan hem opgelegd reclasseringstoezicht. Daar komt bij dat de zorg die hij heeft ontvangen vanuit een coach ook niet heeft voorkomen dat hij opnieuw strafbare feiten heeft gepleegd. Het is van belang dat verdachte behandeling krijgt aangeboden in een omgeving die forensisch scherp is, die de gelegenheid geeft om verdachte op alle aspecten van zijn diagnostiek en delictgedrag te behandelen, waarbij hij gefaseerd kan terugkeren in de maatschappij. Geadviseerd wordt om TBS met voorwaarden op te leggen en om deze dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
[deskundige] , reclasseringswerker, heeft de inhoud van het genoemde reclasseringsadvies tijdens de zitting bevestigd. Zij voegt daaraan toe dat de huidige risico’s kunnen worden ingeperkt door de TBS dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Daarnaast acht zij een GVM, gelet op het delictverleden van verdachte, eerdere behandelingen en het feit dat de risico’s alleen maar zijn toegenomen, wenselijk om na de TBS nog steeds toezicht uit te kunnen oefenen.
Op grond van de bevindingen van de deskundigen, die de rechtbank overneemt, is de rechtbank van oordeel dat de bewezenverklaarde feiten verminderd worden toegerekend aan verdachte. De rechtbank houdt daarmee rekening bij de strafoplegging.
Gelet op de conclusies en adviezen van de deskundigen, de ernst van de feiten en de problematiek van verdachte is de rechtbank van oordeel dat de oplegging van TBS met voorwaarden noodzakelijk is. De rechtbank weegt mee dat verdachte zich ter zitting bereid heeft verklaard om zich aan de voorwaarden te houden. Daarmee is er een stevig kader waarin langdurige en intensieve behandeling van verdachte kan plaatsvinden. De rechtbank heeft ook in aanmerking genomen dat wordt voldaan aan de eisen die de wet stelt aan oplegging van TBS. Bij verdachte bestond ten tijde van het plegen van de feiten een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Op de gepleegde misdrijven is een gevangenisstraf van vier jaren of meer gesteld en de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist de maatregel, omdat sprake is van ernstige stoornissen en een hoog recidiverisico. Verder is, mede gelet op wat hiervoor is overwogen, aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit voldaan. Aan de TBS-maatregel zal de rechtbank de door de reclassering in het rapport geadviseerde voorwaarden verbinden. Gelet op de noodzaak van een behandeling en omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zal de rechtbank bevelen dat de TBS met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
De TBS zal worden opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dat betekent dat wanneer verdachte zich niet aan (één of meer van) de voorwaarden houdt en de dwangverpleging alsnog wordt bevolen, de duur van de maatregel niet gemaximeerd is.
Naast de maatregel van TBS met voorwaarden zal de rechtbank ook een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opleggen. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om verdachte ook na afloop van de TBS met voorwaarden onder toezicht te stellen indien dat in verband met dan bestaande risico's noodzakelijk is. Aan de wettelijke vereisten voor oplegging van de maatregel is voldaan. Wat betreft de noodzaak tot deze maatregel overweegt de rechtbank dat langdurige ondersteuning gelet op de problematiek van verdachte nodig is, waardoor een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel na de TBS passend en geboden is.
Gevangenisstraf
Gelet op de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met enkel de oplegging van deze maatregelen. De rechtbank zal daarom aan verdachte ook een gevangenisstraf opleggen. Bij de bepaling van de duur van die straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de verminderde mate waarin de feiten aan verdachte worden toegerekend. Ook weegt de rechtbank mee dat het gelet op de problematiek van verdachte van belang is dat verdachte binnen afzienbare termijn kan starten met de behandeling. Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden is. De rechtbank ziet geen aanleiding om hiernaast nog een voorwaardelijk strafdeel aan verdachte op te leggen, omdat er met de maatregelen voldoende waarborgen zijn om recidive te voorkomen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 38, 38a, 38z, 57, 240b en 247 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
feit 2: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
feit 3: een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Maatregel
- gelast
de terbeschikkingstellingvan verdachte en stelt daarbij als
voorwaarden:
* dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* dat verdachte meewerkt aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- dat verdachte zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
- dat verdachte één of meer vingerafdrukken laat nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen.
- dat verdachte zich aan de aanwijzingen van de reclassering houdt. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- dat verdachte de reclassering aan een actuele foto helpt waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde aanwezigheid;
- dat verdachte meewerkt aan huisbezoeken;
- dat verdachte de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- dat verdachte zich niet op een ander adres vestigt zonder toestemming van de reclassering;
- dat verdachte meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht;
* dat verdachte, indien de reclassering dat nodig vindt en verdachte daarmee instemt, voor een time-out kan worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of een andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of verdachte deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
* dat verdachte zich laat opnemen in de Van der Hoevenkliniek of een soortgelijke instelling, of bij een forensische klinische instelling met een hoger beveiligingsniveau indien dit noodzakelijk wordt geacht, mede te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend aan de huidige detentie. Verdachte zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer)directeur van die instelling zullen worden gegeven, zolang de reclassering dat in overleg met die instelling nodig acht. De opname kan starten zodra de kliniek akkoord is met zijn aanmelding en er een bed voor hem vrij is. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
* dat verdachte zich, aansluitend aan de klinische behandeling, ambulant laat behandelen door een ambulante zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
* dat verdachte, indien de reclassering dit noodzakelijk acht, aansluitend aan de klinische behandeling verblijft in een instelling voor beschermd of begeleid wonen, te bepalen door de reclassering. Het verblijft duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
* dat verdachte niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaat, zonder toestemming van de reclassering;
* dat verdachte zich op het gebied van drugsgebruik houdt aan de richtlijnen van de reclassering, ook in het geval dit volledige abstinentie inhoudt. Hij werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* dat verdachte zich op het gebied van alcoholgebruik houdt aan de richtlijnen van de reclassering, ook in het geval dit volledige abstinentie inhoudt. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
* dat verdachte op geen enkele wijze, direct of indirect, contact mag hebben met de slachtoffers [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2010 en [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 2014, zolang het openbaar ministerie dit contactverbod noodzakelijk acht;
* dat verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen of over seksuele handelingen met dieren worden gecommuniceerd;
verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
* verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft de toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
* verdachte zal zich niet begeven in een besloten ruimte waar zich minderjarigen bevinden zonder toezicht van een volwassene en hij zal geen minderjarigen ontvangen in zijn woning of begeleidde/beschermde dan wel zelfstandige woonvorm;
* verdachte zal, in overleg met de reclassering, werken aan uitbreiding en consolidatie van zijn sociale netwerk.
- draagt de reclassering op verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden;
- beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden
dadelijk uitvoerbaaris;
Gedragsbeïnvloedende maatregel
- legt aan verdachte op
de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Skalonjic, voorzitter, mr. G.H. Nomes en mr. J. Bergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H. Holtgrefe, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 januari 2024.
De voorzitter en de jongste rechter zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.