ECLI:NL:RBZWB:2024:1653
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- V.M. Schotanus
- A.J.M. van Hees
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake bijzondere bijstand voor reiskosten
Op 12 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die om bijzondere bijstand voor reiskosten had verzocht, had bezwaar aangetekend tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, dat deze bijstand op 2 januari 2024 had geweigerd. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat er onvoldoende spoedeisend belang is aangetoond door verzoeker.
Verzoeker stelde dat hij een spoedeisend belang had omdat hij zonder vergoeding van reiskosten niet in staat was om werk te zoeken. De griffier had verzoeker gevraagd om zijn financiële situatie nader toe te lichten, maar verzoeker heeft geen overzicht van zijn financiën overlegd. In plaats daarvan gaf hij aan dat hij psychische problemen heeft, waardoor hij zonder geldig vervoersbewijs reist en problemen ondervindt met opsporingsambtenaren.
De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker niet voldoende had onderbouwd dat hij een spoedeisend belang had bij een voorlopige voorziening. De rechter benadrukte dat de procedure voor voorlopige voorzieningen bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen, waarbij de spoedeisendheid van groot belang is.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en deze uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.