ECLI:NL:RBZWB:2024:1619

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 februari 2024
Publicatiedatum
12 maart 2024
Zaaknummer
C/02/419214 / FA RK 24/741
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • J. Pulskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 21 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1986. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 16 februari 2024 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden in de accommodatie waar de betrokkene verblijft. Tijdens deze zitting zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar echtgenoot, en een psychiater. De betrokkene heeft aangegeven dat het goed met haar gaat en dat ze naar huis wil, maar de psychiater en de arts in opleiding hebben hun zorgen geuit over haar psychische toestand en alcoholgebruik. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bipolaire stoornis en een verslavingsstoornis, en dat de betrokkene in een zorgelijke toestand verkeert, wat leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor haarzelf en haar omgeving. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstige nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend, met de nodige maatregelen zoals toediening van medicatie en beperking van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J. Pulskens en is op 21 februari 2024 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/419214 / FA RK 24/741
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 21 februari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] , [adres] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.Ch. Osté te Dongen.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 19 februari 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 16 februari 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Tilburg tot het nemen van de crisismaatregel van 16 februari 2024;
- een episodejournaal;
- de medische verklaring van 16 februari 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 februari 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- dhr. [naam 1] , psychiater;
- dhr. [naam 2] , arts in opleiding tot psychiater (i.o.);
- dhr. [naam 3] , echtgenoot;
- dhr. [naam 4] , vader.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- mevr. [naam 5] , verpleegkundige;
- mevr. [naam 6] , moeder.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1.
Tijdens de mondelinge behandeling geeft betrokkene aan dat het goed gaat. Ze is opgenomen omdat ze veel te veel heeft gedronken. Betrokkene heeft voorafgaand aan de opname in haar polsen gekrast en was erg geagiteerd. Zij geeft aan erg lastig te worden als ze alcohol gedronken heeft. Betrokkene geeft aan dat haar bereidwilligheid ten aanzien van de behandeling afhangt van het soort behandeling. Zij wil graag EMDR-therapie en een andere behandeling. Door de psychische problemen gaat zij alcohol drinken. Betrokkene wil graag naar huis en er daar alles aan doen om van haar problemen af te komen. In het ziekenhuis wordt betrokkene juist zieker. Betrokkene heeft veel spijt van het krassen in haar polsen en dat zal nooit meer gebeuren.
3.2.
De psychiater brengt tijdens de mondelinge behandeling naar voren al een tijd betrokken te zijn, voor het eerst ten tijde van de zwangerschap van betrokkene. Er was toen sprake van een zorgelijke situatie; betrokkene dronk behoorlijk en had wisselende stemmingen. Toen is geconcludeerd tot een bipolaire stoornis. Het instellen op lithium resulteerde in enige stabiliteit. Na de bevalling kwamen er weer zorgelijke signalen, waarbij betrokkene een terugval had in haar alcoholgebruik. IHT is ingezet maar zij vonden betrokkene niet gemotiveerd genoeg. De psychiater heeft betrokkene toen in een vrijwillig kader een week opgenomen, waarna betrokkene naar huis wilde. Daarna is het vrij snel flink mis gegaan. Betrokkene geeft zelf aan dat relatieproblematiek de reden is voor het excessieve drinken. De psychiater denkt echter dat het met een trauma heeft te maken. Het is niet enkel uit verslaving. De psychiater vindt het een heel zorgelijke situatie en pleit er voor om betrokkene opgenomen te houden om haar te laten aansluiten bij een vervolgbehandeling. Allerlei alternatieven zijn geprobeerd, maar leiden niet tot stabiliteit. Betrokkene zegt dat het goed met haar gaat en dat ze naar huis wil, maar ze vertoont weinig inzicht in haar eigen problematiek. Novadic-Kentron is afgehaakt in verband met een onvermogen om dingen anders te gaan doen. De bereidheid van betrokkene is ambivalent en dubieus en kan snel omslaan. Wanneer betrokkene alcohol drinkt is de bereidheid totaal weg. Er is dan ook geen consistente bereidheid voor behandeling. Gekeken wordt of de afdeling Dubbele Diagnose een bijdrage kan leveren. De arts i.o. vult de psychiater aan dat het doel van de opname is om betrokkene bij de behandeling van haar achterliggende psychische problematiek te laten aanhaken. Daarmee heeft betrokkene de beste kans om haar gezinsleven weer volledig op te pakken. Ook de arts i.o. geeft aan dat er geen sprake is van een duurzame vrijwilligheid ten aanzien van de opname. Op de afdeling is sprake van cameratoezicht.
3.3.
De echtgenoot van betrokkene wil dat hun kinderen veilig zijn. Wanneer zijn echtgenote alcohol drinkt gaat dat niet. De staat waarin de echtgenoot betrokkene heeft aangetroffen kan gewoon niet. Hij maakt zich hier zorgen over. De echtgenoot denkt dat het psychische deel van het probleem veel groter is dan het alcoholprobleem. Betrokkene slaapt altijd heel slecht. De vader van betrokkene geeft aan dat het volgens betrokkene nooit rustig is in haar hoofd. Zij heeft zich in haar polsen gesneden.
3.4.
De advocaat van betrokkene vraagt het verzoek af te wijzen, omdat betrokkene niet in de accommodatie wil blijven. Wel vindt de advocaat dat er ernstige en grote zorgen zijn.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een bipolaire-stemmingsstoornis en een verslavingsstoornis. Betrokkene is gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis. Daarnaast is er sprake van een ernstige stoornis in het alcoholgebruik. Betrokkene ervaart veel drukte in haar hoofd, waardoor zij alcohol gaat drinken.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is in een zeer zorgelijke toestand opgenomen in de accommodatie. Zij was verwaarloosd, had zich in haar polsen gekrast of gesneden en was ernstig onder invloed van alcohol. Dit terwijl zij de zorg heeft voor haar drie maanden oude baby.
4.3.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.4
De rechtbank is daarom van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
Nu de psychiater heeft aangegeven dat het toedienen van vocht en voeding niet is benodigd als verplichte zorg, zullen deze vormen van verplichte zorg niet worden toegewezen.
4.5
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Betrokkene geeft zeer nadrukkelijk aan naar huis te willen. Er is aldus geen sprake van vrijwilligheid ten aanzien van de opname. De rechtbank is daarnaast gebleken dat betrokkene ambivalent is ten aanzien van een behandeling. Er is aldus geen sprake van een duurzame vrijwilligheid.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Alternatieven zijn reeds ingezet maar niet toereikend gebleken om het ernstige nadeel af te wenden.
4.7
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene. De komende periode zal bezien moeten worden op welke wijze de psychische problematiek van betrokkene het meest effectief kan worden behandeld.
4.8
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats];
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
13 maart 2024.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Pulskens, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2024 in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink als griffier, en op 6 maart 2024 uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.