ECLI:NL:RBZWB:2024:1615

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 februari 2024
Publicatiedatum
12 maart 2024
Zaaknummer
C/02/418723 / FA RK 24/515
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • J. Pulskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 21 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking is voortgekomen uit een verzoek van de officier van justitie om verplichte zorg te verlenen aan een betrokkene, geboren in 1967, die lijdt aan een psychische stoornis. Het verzoekschrift, dat op 5 februari 2024 is ingediend, bevatte diverse bijlagen, waaronder medische verklaringen en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 februari 2024 zijn de betrokkene en haar advocaat, alsook casemanagers van het FACT-team, gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.

De betrokkene heeft aangegeven geen schizofrenie te hebben, maar wel te lijden aan een posttraumatische stressstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een paranoïde psychotische stoornis, die leidt tot ernstig nadeel en gevaarlijke situaties. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en de betrokkene geen ziekte-inzicht heeft. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals toediening van medicatie, medische controles, beperking van bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie.

De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en enkele vormen van verplichte zorg goedgekeurd, terwijl andere verzoeken zijn afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J. Pulskens en is op 1 maart 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/418723 / FA RK 24/515
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 21 februari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.H.P.M. Verhagen te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 5 februari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 25 januari 2024;
- de medische verklaring van 19 januari 2024;
- een zorgplan van 11 januari 2024;
- het ingevulde formulier voor Plan van Aanpak;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 februari 2024, op de FACT-team locatie van het GGZ Breburg aan [adres] .
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mevr. [naam 1] , casemanager FACT-team;
- mevr. [naam 2] , casemanager FACT-team.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Tijdens de mondelinge behandeling geeft betrokkene aan dat zij geen schizofrenie heeft. Wel is sprake van een post traumatisch stress disorder. Dit is ontstaan door een aanrijding op de fiets. Betrokkene geeft aan nog steeds medicatie te nemen. Zij is hier nooit mee gestopt. Depot is echter niet altijd noodzakelijk. De opname in het psychiatrische ziekenhuis is haar overkomen. Betrokkene zou graag meer dagen bij de dagbesteding doorbrengen; ze voelt zich hier thuis. Betrokkene is bezig met solliciteren, maar denkt dat het vinden van een baan gezien haar leeftijd moeilijk gaat worden.
3.2.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling brengen de casemanagers naar voren dat betrokkene sinds december weer thuis is na een opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Voorafgaand aan deze opname was betrokkene gestopt met de medicatie en heeft zij een tijd geen depot toegediend gekregen. Bij betrokkene was toen sprake van een psychose. Wanneer betrokkene medicatie inneemt gaat het een stuk beter. Betrokkene krijgt nu weer medicatie toegediend. Zij is gestart met de dagbesteding, maar voelt zich nog wel eenzaam. Tijdens de opname moest het gebruik van communicatiemiddelen worden beperkt. Op dit moment is daar geen sprake meer van. De casemanagers bevestigen dat een opname slechts noodzakelijk is in geval van een zodanig ernstige ontregeling dat het nadeel of gevaar niet meer ambulant kan worden afgewend.
3.3.
De advocaat van betrokkene brengt tijdens de mondelinge behandeling naar voren dat betrokkene het belangrijk vindt bezig te zijn. Zij wil graag haar talenten benutten, het liefste in een betaalde baan maar dat valt niet mee. Betrokkene neemt haar medicatie, niet altijd van harte maar ze heeft er wel baat bij. Toen betrokkene de medicatie had gestaakt zat zij er anders bij. De advocaat is blij met de huidige toestand van betrokkene en hoopt dat er geen opname meer nodig is. Het is helpend als betrokkene een steuntje in de rug krijgt om dit te voorkomen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een paranoïde psychotische stoornis in het kader van schizofrenie. Betrokkene is onlangs nog fors psychotisch ontregeld geweest.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. In geval van een psychotische ontregeling raakt betrokkene in conflict met anderen, hetgeen tot gevaarlijke situaties leidt.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval haar gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft geen ziekte-inzicht. Zij heeft eerder haar medicatie gestaakt, waarna zij psychotisch is ontregeld. In dat geval is betrokkene zorgmijdend en afwijzend richting hulpverlening. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid,
alleen in geval van een opname in een accommodatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie,
alleen indien het ernstig nadeel niet in een ambulant kader kan worden afgewend.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de casemanagers tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd hebben verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid,
alleen in geval van een opname in een accommodatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie,
alleen indien het ernstig nadeel niet in een ambulant kader kan worden afgewend;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
21 februari 2025.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Pulskens, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2024 in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink als griffier, en op 1 maart 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.