Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
6.De beslissing
16 augustus 2024 en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 26 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, mr. Toekoen, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2015. De zaak betreft de minderjarige die sinds 16 februari 2022 onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI) Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De ouders van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij de moeder. De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen voor een periode van zes maanden, tot 16 augustus 2024, om een noodzakelijk onderzoek naar de kind-eigenproblematiek van de minderjarige te kunnen uitvoeren. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 januari 2024 hebben zowel de ouders als de GI hun standpunten toegelicht. De ouders hebben aangegeven dat de minderjarige positieve ontwikkelingen doormaakt, maar de GI benadrukt dat er nog steeds behoefte is aan ondersteuning en onderzoek. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er bij de minderjarige en de ouders positieve ontwikkelingen zijn, maar dat het nog te vroeg is om de ondertoezichtstelling te beëindigen. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen, met de hoop dat het onderzoek naar de kind-eigenproblematiek binnen de komende zes maanden kan worden gerealiseerd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden opgevolgd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.