Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
29 juli 2022 een proefrit maakten in een Renault Captur automaat. De partner van verdachte had het eerste deel gereden en had de auto geparkeerd op een aantal vrije parkeerplaatsen aan de Ulvenhoutselaan in Breda. Hij had de auto al gedraaid, zodat verdachte gelijk weg kon rijden. Verdachte heeft vervolgens plaatsgenomen op de bestuurdersstoel en heeft de auto in de stand ‘Drive’ gezet. De auto is daarna in beweging gekomen. Verdachte wilde remmen maar kon de rem niet vinden. In plaats van het rempedaal in te drukken, heeft verdachte (naar eigen zeggen vermoedelijk) het gaspedaal ingedrukt en is dat gaspedaal blijven indrukken. Zij reed op het fietspad gelegen naast de rijbaan in tegengestelde rijrichting. Op dat fietspad reed [slachtoffer] die frontaal in botsing kwam met de auto. [slachtoffer] is uiteindelijk aan het door het ongeval opgelopen letsel overleden.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een taakstraf van 60 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
30 dagen;
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
mr. R.T. Poort, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. van Krevel, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 12 maart 2024.