Op 12 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2003, die beschuldigd werd van twee openlijke geweldplegingen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 27 februari 2024, waarbij de officier van justitie, mr. I.M. Peters, en de verdediging hun standpunten presenteerden. De verdachte had samen met anderen op 25 augustus 2022 en 13 augustus 2022 openlijk geweld gepleegd tegen twee slachtoffers in Bergen op Zoom. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor beide feiten, waaronder aangiftes en getuigenverklaringen. De verdediging betwistte de betrokkenheid van de verdachte bij het eerste feit, maar de rechtbank achtte de bewijsmiddelen overtuigend. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren voor elk feit, met aftrek van voorarrest. Daarnaast werd een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf toegewezen, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd schuldig had gemaakt aan nieuwe strafbare feiten. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de impact van de feiten op de slachtoffers, en legde een vervangende hechtenis op van 75 dagen indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht.