ECLI:NL:RBZWB:2024:1576
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- Mr. Van de Poll
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 26 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1978 en thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die eerder op 21 februari 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 februari 2024 werd betrokkene bijgestaan door haar advocaat, mr. C.E.J.E. Kouijzer, en werd ook een psychiater gehoord. Betrokkene stelde dat het goed met haar ging en dat zij geen drugs gebruikte, maar ervoer serieuze problemen met de begeleiding in de Begeleid Wonen (BW) situatie. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat er geen sprake was van een psychotische stoornis en dat de problemen voortkwamen uit de begeleiding.
De psychiater daarentegen gaf aan dat betrokkene leed aan een chronische paranoïde psychotische stoornis en dat er zorgen waren over haar gedrag, waaronder het overwegen van het kopen van een pistool. De psychiater adviseerde om in plaats van de voortzetting van de crisismaatregel een zorgmachtiging te verlenen, omdat er meer tijd nodig was voor stabilisatie en behandeling. De rechtbank oordeelde dat, gezien de toewijzing van een zorgmachtiging in een gelijktijdige procedure, er geen belang meer was bij de voortzetting van de crisismaatregel. Het verzoek tot voortzetting werd dan ook afgewezen.
De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Van de Poll en is op 11 maart 2024 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.