ECLI:NL:RBZWB:2024:1517
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van eiseres door het UWV
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar Ziektewet (ZW)-uitkering door het UWV. Het UWV had op 14 oktober 2022 besloten de uitkering van eiseres te beëindigen per 15 november 2022, en dit besluit werd in een later bezwaar bevestigd op 14 augustus 2023. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar was niet aanwezig op de zitting op 26 januari 2024.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV heeft geconcludeerd dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is, wat betekent dat zij geen recht meer heeft op een ZW-uitkering. De rechtbank heeft de medische beoordeling van het UWV onderzocht, waarbij de verzekeringsartsen van het UWV de beperkingen van eiseres hebben beoordeeld. Eiseres heeft aangevoerd dat haar beperkingen niet correct zijn vastgesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de verzekeringsartsen op basis van objectieve medische gegevens tot een plausibel oordeel zijn gekomen.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht de ZW-uitkering heeft beëindigd, omdat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd dat haar beperkingen ernstiger zijn dan vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding en het griffierecht wordt niet vergoed. De uitspraak is gedaan door rechter J.E.C. Vriends en openbaar gemaakt op 7 maart 2024.