ECLI:NL:RBZWB:2024:1482

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 januari 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
10630426 _ MB VERZ 23-262
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 januari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. De gedraging vond plaats op 18 april 2022 om 13:01 uur op de N286 Nieuwe Postweg te Tholen. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zitting vond plaats op 17 januari 2024, waarbij de gemachtigde van de betrokkene, mr. N.G.A. Voorbach, niet aanwezig was. De zittingsvertegenwoordiger, mr. C. de Meer, heeft de zaak namens de officier van justitie behandeld. De betrokkene voerde aan dat hij de gedraging niet had verricht en dat er sprake was van een verkeerde feitcode. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs biedt voor de gedraging. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en heeft geconcludeerd dat de boete terecht was opgelegd.

De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer.: 10630426 \ MB VERZ 23-262
CJIB-nummer: 0062 5422 4889 2458
uitspraakdatum: 31 januari 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. N.G.A. Voorbach (Verkeersboete.nl)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 17 januari 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat op de N286 Nieuwe Postweg (kruising Reimerswaalseweg) te Tholen op 18 april 2022 om 13:01 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Op de motor heeft betrokkene de rij met auto’s ingehaald en toen zijn ze weer daarvoor gaan rijden, hierdoor reden ze over de rijbaan om naar links te gaan. Zij hebben toen waarschijnlijk over de lus van links gereden, maar zijn uiteindelijk rechtdoor gegaan. Hierom zijn zij technisch gezien niet door rood gereden, maar stonden zij mogelijk verkeerd voorgesorteerd. Betrokkene stelt subsidiair dat er sprake is van de verkeerde feitcode. Uit de foto’s blijkt ondubbelzinnig dat betrokkene niet de richting heeft gevolgd die de voorsorteerstrook aangaf. Derhalve is feitcode R619 de juiste. Voorts ziet gemachtigde geen reden de zaak aan te houden en de officier van justitie in de gelegenheid te stellen aanvullende informatie op te vragen. Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene staat op de rijstrook voor linksaf en het verkeerslicht dat bij de rijstrook hoort, straalde rood licht uit. Ook zijn de pijlen op de voorsorteerstrook dwingend, waardoor iedere weggebruiker zich hieraan dient te houden. Het gedoogbeleid waar betrokkene naar verwijst geldt enkel voor op de snelweg.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Daarbij is van belang dat betrokkene heeft nagelaten om tijdig voor het verkeerslicht van de rijstrook waar betrokkene zich op bevond te stoppen. Dat betrokkene vervolgens geen gevolg gaf aan de rijrichting die middels pijlen wordt aangeduid doet niets af aan de gedraging. De manoeuvre van betrokkene dient voor eigen rekening en risico te komen.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: