ECLI:NL:RBZWB:2024:1477
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) met betrekking tot schade en waardevermindering
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 maart 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) opgelegd van € 3.235, welke door belanghebbende werd betwist. De rechtbank behandelt de zaak, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en verschillende inspecteurs aanwezig waren tijdens de zitting op 25 januari 2024.
De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, maar dat deze verminderd moet worden vanwege een fout in de uitspraak op bezwaar. Belanghebbende had een Mercedes-Benz GLS 63 AMG geregistreerd en had een taxatierapport overgelegd, maar de rechtbank oordeelt dat de door belanghebbende gestelde schade niet voldoende is onderbouwd. Normale gebruiksschade kan niet in mindering worden gebracht op de handelsinkoopwaarde van de auto.
Uiteindelijk wordt de naheffingsaanslag verminderd tot € 3.040. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat belanghebbende recht heeft op een immateriële schadevergoeding van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en bepaalt dat de inspecteur de proceskosten van belanghebbende moet vergoeden, welke zijn vastgesteld op € 2.370. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.