ECLI:NL:RBZWB:2024:1471
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- V.M. Schotanus
- A.J.M. van Hees
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker tegen de afwijzing van zijn aanvraag. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de verzoeker niet heeft voldaan aan de verplichting tot betaling van griffierecht. Dit griffierecht moest uiterlijk binnen twee weken na de aanmaning van 15 februari 2024 worden betaald. De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ingeroepen, dat het mogelijk maakt om zonder zitting uitspraak te doen in dergelijke gevallen.
De verzoeker is in de aanmaning gewezen op de gevolgen van het niet tijdig betalen van het griffierecht, waaronder de mogelijkheid dat het verzoek niet-ontvankelijk verklaard zou worden. Aangezien het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan op 6 maart 2024 en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.
De voorzieningenrechter, mr. V.M. Schotanus, heeft in aanwezigheid van griffier mr. A.J.M. van Hees deze beslissing genomen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.