ECLI:NL:RBZWB:2024:1455

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
6 maart 2024
Zaaknummer
02/151735-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over verkeersveiligheid en strafbaarheid na ongeval veroorzaakt door angststoornis en agressief rijgedrag

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 maart 2024, stond een man terecht die op 12 februari 2022 met zijn auto op de Provinciale Weg N-59 in de gemeente Schouwen Duiveland een verkeersongeval veroorzaakte. De verdachte, die lijdt aan een angststoornis, ging op de vlucht voor een andere automobilist die zich agressief gedroeg. De officier van justitie, mr. M. Nieuwenhuis, en de verdediging hebben hun standpunten gepresenteerd tijdens de zitting op 28 februari 2024. De kantonrechter oordeelde dat de verdachte met een snelheid tussen de 163 en 182 kilometer per uur de toegestane maximumsnelheid van 80 kilometer per uur overschreed, wat leidde tot een slip en een aanrijding met een andere auto. De kantonrechter achtte het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, ondanks het verweer van de verdachte dat zijn angststoornis hem tot deze daad had gedreven. De rechter oordeelde dat de verdachte ook andere keuzes had kunnen maken, zoals afslaan of stoppen, en dat zijn keuze om te accelereren de verkeersveiligheid ernstig in gevaar had gebracht. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 500,00 met een proeftijd van twee jaar, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter mr. J.C. Gillesse, in aanwezigheid van griffier A.S.S. Fanis.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02/151735-23
vonnis van de kantonrechter van 6 maart 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboorteplaats] te [geboortedag] 1979,
wonende te [woonadres] ,
raadsman mr. H.A. van der Hout, advocaat te Roosendaal.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 28 februari 2024, waarbij de officier van justitie, mr. M. Nieuwenhuis, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

hij op of omstreeks 12 februari 2022 te Nieuwerkerk en/of Duiveland en/of Bruinisse, in elk geval binnen de gemeente Schouwen Duiveland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Provinciale Weg N-59
- niet zijnde een autoweg of autosnelweg, met een snelheid en/of snelheden van ongeveer tussen de 163 tot en met 182 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid van 80 kilometer per uur met meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden, althans daar toen heeft gereden met hogere snelheden, in elk geval met een gelet op de verkeerssituatie ter plaatse (veel) te hoge snelhe(i)d(en), en/of
- terwijl ter plaatse een doorgetrokken streep was aangebracht op het wegdek (aanduidende: bestuurders mogen de streep niet naar links overschrijden en zich niet links van de streep bevinden), en toen een ander op dezelfde weg rijdend motorrijtuig, personenauto (Nissan met [kenteken] ), op een zodanige wijze en/of met een zodanige snelheid is gaan -willen- inhalen, en toen de verhoogde middenberm heeft geraakt en/of in contact gekomen met die verhoogde middenberm op een zodanige wijze en/of met een dusdanige snelheid,
dat hij met dat voertuig in een slip en/of slingerbeweging is geraakt, althans hebbende hij, verdachte, de macht over het stuur van zijn voertuig verloren, waarbij hij, verdachte, met zijn voertuig de achterzijde van het voor hem rijdende -in te halen- voertuig (personenauto voorzien van het [kenteken] ) heeft geraakt en/of is gebotst en/of aangereden en/of -vervolgens- op zijn dak tot stilstand is gekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De kantonrechterrechter is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht
4.1.2
De bewijsoverwegingen
Verdachte had in zijn auto zowel een dashcam die naar voren was gericht als een dashcam die naar achteren was gericht. De beelden van nagenoeg het gehele traject, een kleine zes minuten (van 20.22 tot 20.28), zijn in het dossier gevoegd. Hierop is het volgende te zien.
[betrokkene] komt bij Zierikzee op de N59 (een tweebaansweg met dubbele doorgetrokken streep) achter verdachte te rijden. De snelheid van beide auto’s is dan ongeveer 85 km/uur. Op de dashcam is te zien dat [betrokkene] vervolgens 4 kilometer lang op ongeveer 10-20 meter achter verdachte rijdt. Bij het naderen van de verkeerslichten bij afslag Nieuwerkerk vanaf en vlak na het knipperlicht 300 meter voor het dan nog rode stoplicht remt verdachte langzaam af (20.25.19) tot een snelheid van 73 km/uur (20.25.23) waarbij [betrokkene] onverminderd kort op verdachte blijft rijden. Verdachte remt dan ongeveer 150 meter voor het rode stoplicht binnen 1-2 seconden fors af tot ongeveer 42 km/uur. Te zien is dat [betrokkene] , die toch al kort op verdachte reed, verdachte tot op een paar meter nadert. Verdachte trekt dan, nadat het stoplicht op groen is gesprongen, weer wat op tot ruim 50 km/uur. [betrokkene] seint direct met zijn groot licht. Verdachte trekt in verband met het inmiddels op groen gesprongen verkeerslicht weer op en [betrokkene] blijft ruim tien seconden met een enkele knipperende onderbreking kort op verdachte constant groot licht voeren, totdat verdachte na het verkeerslicht (niet heel abrupt) stopt. [betrokkene] stopt een paar meter achter verdachte, waarna verdachte weer verder rijdt (20.25.43). [betrokkene] rijdt dan weer achter verdachte aan. [betrokkene] houdt ruim afstand en begint (20.26.01) weer met zijn groot licht te knipperen. Verdachte stopt dan weer, [betrokkene] rijdt met zijn auto over de doorgetrokken streep en komt op de weghelft voor de tegenliggers schuin voor verdachte te staan. Verdachte trekt weer op en [betrokkene] volgt op ruime afstand onder herhaaldelijk gebruik van zijn groot licht. Verdachte vermindert dan vaart tot ongeveer 60 km/uur en vervolgens komt [betrokkene] (20.26.59) ongeveer 20 tellen over een dubbele doorgetrokken streep op de weghelft voor tegenliggers naast verdachte rijden. Daarna gaat [betrokkene] weer kort achter verdachte rijden en naast het regelmatig gebruik van zijn groot licht geeft hij ook richting voor rechts aan, hij gaat rijden op de uitvoegstrook maar vervolgt zijn weg toch weer rechtdoor achter verdachte aan. Verdachte verhoogt zijn snelheid dan direct waarna [betrokkene] aanvankelijk ook duidelijk zijn snelheid zodanig verhoogt (20.27.44) dat de afstand tussen [betrokkene] en verdachte bij 140 km/uur nog redelijk gelijk blijft. Pas als verdachte zijn snelheid verhoogt tot 150 km/uur en later zelfs tot 180 km/uur raakt verdachte langzaam uit het zicht van de achterste dashcam. Op 20.28.19 stoppen de opnamen.
Verdachte blijkt mede door zijn hoge snelheid en een passeerbeweging de controle over zijn stuur te hebben verloren en is, nadat hij een andere auto heeft geraakt, over de kop gevlogen.
Verdachte heeft tegen het tenlastegelegde geen verweer gevoerd.
De kantonrechter acht het tenlastegelegde op grond van bovenstaande wettig en overtuigend bewezen.
4.2
De bewezenverklaring
De kantonrechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 12 februari 2022 te Nieuwerkerk en/of Duiveland en/of Bruinisse, in elk geval binnen de gemeente Schouwen Duiveland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Provinciale Weg N-59
- niet zijnde een autoweg of autosnelweg, met snelheden van ongeveer tussen de 163 tot en met 182 kilometer per uur de aldaar toegestane maximumsnelheid van 80 kilometer per uur heeft overschreden;
- terwijl ter plaatse een doorgetrokken streep was aangebracht op het wegdek (aanduidende: bestuurders mogen de streep niet naar links overschrijden en zich niet links van de streep bevinden), en toen een ander op dezelfde weg rijdend motorrijtuig, personenauto (Nissan met [kenteken] ), op een zodanige wijze en/of met een zodanige snelheid is gaan inhalen, en toen de verhoogde middenberm op een zodanige wijze en
/ofmet een dusdanige snelheid, dat hij met dat voertuig in een slip en/of slingerbeweging is geraakt, de macht over het stuur van zijn voertuig verloren, waarbij hij, verdachte, met zijn voertuig de achterzijde van het voor hem rijdende -in te halen- voertuig (personenauto voorzien van het [kenteken] ) heeft aangereden en vervolgens- op zijn dak tot stilstand is gekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, en het verkeer op die weg werd gehinderd.
De kantonrechter acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van verdachte.

Het standpunt van de officier is dat verdachte strafbaar is.
Verdachte heeft aangevoerd dat hij door het agressieve rijgedrag van een voor hem onbekende in paniek is geraakt en op de vlucht is geslagen. Daarnaast heeft de verdediging aangevoerd dat verdachte onder ander een angststoornis heeft dat door de combinatie van die stoornis en het rijgedrag van [betrokkene] verdachte geen schuld heeft en ontslagen dient te worden van alle rechtsvervolging.
5.1
Het oordeel van de kantonrechter
De kantonrechter kan zich goed voorstellen dat verdachte erg angstig is geweest door de automobilist die lange tijd in het donker zonder enige noodzaak kort achter hem is blijven rijden en vervolgens ook op andere wijze agressief verkeersgedrag jegens hem heeft vertoond. Verdachte had evenwel ook af kunnen slaan om bijvoorbeeld een dorp in te rijden of bijvoorbeeld te stoppen bij een benzinepompstation. In plaats daarvan heeft hij zijn snelheid extreem verhoogd waardoor een ongeval is ontstaan waarbij het een wonder is dat daarbij niemand noemenswaardig letsel heeft opgelopen. Verdachte heeft door die keuze de verkeersveiligheid ernstig in gevaar gebracht.
Voor wat betreft de op te leggen straf weegt de kantonrechter in het voordeel van verdachte mee dat hij de situatie niet zelf heeft opgezocht en dat hij grote financiële schade heeft opgelopen doordat de verzekering de door hem veroorzaakte schade niet heeft vergoed. Tevens is sprake van een beperkte overschrijding van de redelijke termijn.

6.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 zoals dit artikel luidde ten tijde van het bewezenverklaarde.

7.De beslissing

De kantonrechter:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.2 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete van € 500,00 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- beveelt dat bij niet betaling van deze geldboete, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 10 dagen;
- bepaalt dat de voorwaardelijke geldboete niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter: mr. J.C. Gillesse, in tegenwoordigheid van A.S.S. Fanis, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 6 maart 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid dit proces-verbaal mede te ondertekenen.