ECLI:NL:RBZWB:2024:1440
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de weigering van een WIA-uitkering door het UWV
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om haar een WIA-uitkering toe te kennen. Het UWV had bij besluit van 26 november 2021 geweigerd om eiseres per 12 maart 2021 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het UWV verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 5 februari 2024 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een ambulant begeleidster.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV zijn beslissing heeft gebaseerd op rapporten van artsen en een verzekeringsarts bezwaar en beroep. Eiseres heeft aangevoerd dat haar psychische klachten onvoldoende zijn meegenomen in de beoordeling. De rechtbank oordeelt echter dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de conclusies van de verzekeringsartsen terecht zijn. De rechtbank concludeert dat eiseres geschikt is voor haar eigen werk als inpakster en dat het UWV de WIA-uitkering terecht heeft geweigerd. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen proceskostenvergoeding ontvangt en het griffierecht niet vergoed krijgt.