AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beoordeling van beroepen tegen de vaststelling van definitieve tegemoetkomingen in loonkosten op basis van NOW-regelingen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant de beroepen van eiseres tegen de vaststelling van de definitieve tegemoetkoming in de loonkosten in de derde en vierde aanvraagperiode op grond van de NOW-regelingen. Eiseres, werkzaam in de uitzendbranche, heeft medewerkers in verschillende fasen in dienst, wat invloed heeft op de loondoorbetalingsverplichting. De rechtbank onderzoekt of de minister de tegemoetkoming van in totaal € 72.275,- in redelijkheid heeft vastgesteld en het te veel betaalde voorschot heeft teruggevorderd. Eiseres stelt dat de minister onterecht een afzonderlijke aanvraag per loonheffingennummer heeft vereist, wat leidt tot een lagere loonsom en daarmee een lagere tegemoetkoming. De rechtbank oordeelt dat de minister de belangen van eiseres niet juist heeft afgewogen en dat de bestreden besluiten niet kunnen standhouden. De rechtbank vernietigt de besluiten en draagt de minister op om opnieuw te beslissen op de bezwaren, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt de minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en griffierechten van eiseres.
Voetnoten
1.Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid
2.Vijfde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid
3.Zesde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid
4.UWV = Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
5.Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020-2021, nr. 2950
6.Voor de derde en vierde tranche (oktober, november en december 2020 en januari, februari en maart 2021) is de referentiemaand juni 2020. Voor zevende tranche (november en december 2021) is de referentiemaand september 2021 en voor de achtste tranche (januari, februari en maart 2022) is de referentiemaand oktober 2021.
7.De interne gedragslijn luidt volgens de minister dat situaties waarbij tegen de vaststelling bezwaar is gemaakt en het gaat om verschillende loonheffingennummers binnen één rechtspersoon of natuurlijk persoon en deze wijzigingen een puur administratief karakter hebben, worden voorgelegd aan de ‘Kleine Commissie’ van het UWV.
8.Artikel 7, derde lid, van Now-3, artikel 9, derde lid, van Now-5 en artikel 7, derde lid, van Now-6
9.Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020-2021, nr. 2950
10.Artikel 3, eerste lid, van het Bpb en Bijlage C2 van het Bpb.