ECLI:NL:RBZWB:2024:1415
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. Toekoen
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het belang van haar ontwikkeling en behandeling
Op 19 februari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] voor de duur van een jaar, evenals een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van [de minderjarige] onvoldoende stabiel is om de noodzakelijke traumabehandeling ambulant te laten plaatsvinden, gezien haar persoonlijke problematiek. De minderjarige verblijft momenteel in een behandelgroep en heeft behoefte aan een veilige omgeving waar zij kan werken aan haar emotionele ontwikkeling.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 februari 2024 zijn de moeder, haar advocaat, vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) en de Raad gehoord. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er sprake is van een ernstige bedreiging in de ontwikkeling van [de minderjarige], en dat de samenwerking tussen de moeder en de GI niet voldoende is om de noodzakelijke hulpverlening te waarborgen. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing toe te wijzen, met als doel de ontwikkeling van [de minderjarige] te beschermen en haar de benodigde traumabehandeling te bieden.
De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ondertoezichtstelling gaat in op 19 februari 2024 en duurt tot 19 februari 2025, met de mogelijkheid tot verlenging indien nodig. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat er duidelijkheid komt over het perspectief van [de minderjarige] en dat de GI de regie zal voeren over de hulpverlening.