Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het verzoekschrift tot het instellen van een voorlopig deskundigenonderzoek (art. 202 Rv.), ingekomen op 22 juni 2023;
- het verweerschrift tegen verzoek voorlopig deskundigenonderzoek, ingekomen op 11 oktober 2023.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer daartegen
- dr. [neuroloog 1] ;
- drs. [verzekeringsgeneeskundige] ;
- de heer [arbeidsdeskundige 1] ;
- de heer [bedrijfseconomisch onderzoeker] , en
- mevrouw [rekenkundige] ,
.[verzoeker] stelt zich op het standpunt dat zijn klachten als gevolg van het ongeval voortduren en dat hij daardoor oplopende schade lijdt. Deze schade bestaat naast kosten van medische behandelingen uit doorlopend verlies van verdienvermogen, verlies van zelfwerkzaamheid, kosten voor huishoudelijke hulp, kosten rechtsbijstand en overige materiële en immateriële schade.
4.De beoordeling
5.De beslissing
- het voornemen van de rechtbank tot benoeming van drs. [neuroloog 3] als neuroloog en het voorschot op haar kosten conform de aan deze beschikking gehechte begroting
- € 7.750,00 exclusief btw;
- de door drs. [neuroloog 3] gehanteerde voorwaarden, waarbij aan partijen wordt verzocht om indien zij hiermee instemmen deze algemene voorwaarden getekend aan de rechtbank te retourneren;
- het voorschot op de kosten van mevrouw [verzekeringsarts] conform de aan deze beschikking gehechte begroting € 5.411,60 inclusief btw;
- het voorschot op de kosten van de heer [arbeidsdeskundige 2] conform de aan deze beschikking gehechte begroting € 9.656,00 inclusief btw;