ECLI:NL:RBZWB:2024:1403

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
C/02/418982 / FA RK 24/632
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • J. van de Poll
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 14 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1983. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 11 februari 2024 was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, en dat er een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat voor haar gezondheid en veiligheid, mede door haar overmatige alcoholgebruik en eerdere suïcidale uitingen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 14 februari 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en haar advocaat. De betrokkene heeft aangegeven dat zij hulp nodig heeft en bereid is om in een accommodatie te blijven voor behandeling. De arts heeft echter twijfels geuit over de stabiliteit van haar bereidheid tot behandeling, gezien haar verslavingsproblematiek en de kans op afkickverschijnselen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om de betrokkene te beschermen tegen zichzelf en om de veiligheid van haar omgeving te waarborgen. De rechtbank verleent daarom een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 6 maart 2024. De beschikking is mondeling gegeven door mr. J. van de Poll en schriftelijk uitgewerkt op 28 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/418982 / FA RK 24/632
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 14 februari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. Köller te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 12 februari 2024, ingekomen ter griffie op 12 februari 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 11 februari 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het informatierapport Wvggz van 12 februari 2024;
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Terneuzen tot het nemen van de crisismaatregel van 11 februari 2024;
- het episode journaal van 11 februari 2024;
- de medische verklaring van 11 februari 2024;
- een afschrift van de blanco justitiële documentatie;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 februari 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam 1] , arts.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- mevrouw [naam 2] , coassistent;
- de heer [naam 3] , begeleider;
- mevrouw [naam 4] , verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
1.5
De dochter van betrokkene heeft per brief gereageerd.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling geeft betrokkene aan dat het niet goed met haar gaat. Betrokkene legt uit dat zij met momenten een grote behoefte heeft aan alcohol en dat zij daar geen weerstand tegen kan bieden. Zij is daarvoor eerder in [accommodatie] opgenomen geweest voor de duur van drie weken, waarna het weer goed met haar ging. Thuis heeft betrokkene een terugval gehad doordat zij was gestopt met het gebruik van medicatie (Refusal). Betrokkene benoemt dat zij bang is dat zij weer alcohol gaat drinken als zij nu naar huis gaat. Zij ziet in dat zij daar hulp voor nodig heeft en aanvaardt deze hulp ook. Zo is betrokkene bereid om op vrijwillige basis in [accommodatie] opgenomen te blijven en de benodigde medicatie in te nemen. Daar wordt zij namelijk rustig van.
3.2
De arts geeft aan dat betrokkene is belast met middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Daarnaast heeft betrokkene suïcidale uitspraken gedaan. De arts kan niet inschatten of de suïcidaliteit al naar de achtergrond is getreden. Hoewel betrokkene heeft aangegeven dat zij openstaat voor hulp en graag wil afkicken, is de arts van mening dat de bereidheid van betrokkene hiertoe vanwege de verslaving en de eerdere suïcidale uitingen (nog) niet voldoende bestendig is. Betrokkene zal zeker in de beginfase van haar behandeling veel afkickverschijnselen kunnen ervaren, waardoor zij een sterke drang kan krijgen om weg te lopen van de afdeling. De arts vreest dat betrokkene dan ook zal terugvallen in alcoholgebruik. De veiligheid van een gesloten afdeling is gelet daarop de komende tijd noodzakelijk voor betrokkene. Daarom zijn de zorgvormen het beperken van de bewegingsvrijheid, het opnemen in een accommodatie en het uitoefenen van toezicht nodig, evenals het onderzoeken aan kleding of lichaam, het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen vanwege het alcoholgebruik van betrokkene. De overige verzochte vormen van verplichte zorg zijn niet aan de orde, omdat betrokkene zich daar niet tegen verzet.
3.2
De advocaat refereert zich aan het oordeel van de rechtbank. Betrokkene ziet in dat zij zorg nodig heeft en wil de komende weken in [accommodatie] opgenomen blijven. Dat is haar eerder op vrijwillige basis gelukt. De advocaat begrijpt echter dat de arts het verplichte zorgkader thans nog wel noodzakelijk vindt voor betrokkene.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de gemeente Terneuzen van 11 februari 2024 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft zij momenteel in de [accommodatie] te [plaats], op de afdeling High Intensive Care (HIC).
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
4.3
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De rechtbank is van oordeel dat de bovengenoemde stoornis een ernstig en acuut gevaar vormt voor de gezondheid van betrokkene en de veiligheid van betrokkene en haar omgeving. Zo heeft betrokkene ten gevolge van haar overmatige alcoholgebruik ernstig letsel, te weten pancreatitis, opgelopen en is betrokkene recent zes dagen vermist geweest, waarbij zij haar kinderen heeft achtergelaten en veel blauwe plekken heeft opgelopen. Kort na de terugkomst van betrokkene is zij bewusteloos in haar woning aangetroffen, waarna zij enkele dagen op de Intensive Care afdeling van een ziekenhuis heeft moeten verblijven. Er zijn daarnaast ernstige zorgen over de recente suïcidale uitspraken en eerdere suïcidepogingen van betrokkene.
4.4
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- het onderzoeken aan kleding of lichaam;
- het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de arts ten tijde van de mondelinge behandeling heeft verklaard dat deze zorgvormen op vrijwillige basis kunnen worden toegepast. Deze zorgvormen zal de rechtbank dan ook afwijzen.
4.6
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Hoewel betrokkene tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat zij de komende weken in [accommodatie] behandeld wil worden voor haar verslavingsproblematiek, is de rechtbank van oordeel dat de bereidheid van betrokkene daartoe op dit moment nog onvoldoende betrouwbaar en niet bestendig genoeg is. Daarbij overweegt de rechtbank dat de bereidheid van betrokkene ten aanzien van de benodigde zorg enerzijds nog zeer pril is nu betrokkene enkele dagen geleden in het gesprek met de arts heeft aangegeven dat zij niet wist of zij de komende tijd in [accommodatie] wilde blijven en anderzijds lastig kan worden ingeschat omdat betrokkene de komende tijd mogelijk zware afkickverschijnselen zal kunnen ervaren. De verwachting is dat betrokkene dan, onder invloed van de bij haar aanwezige problematiek, geen of lastig weerstand kan bieden aan haar drang om weer alcohol te gaan gebruiken. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat betrokkene de komende tijd tegen zichzelf moet worden beschermd. Daarom is een verplicht zorgkader noodzakelijk.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur van drie weken, met ingang van heden en tot en met 6 maart 2024.
4.1
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats] ([land]);
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
6 maart 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Poll, rechter en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 28 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.