ECLI:NL:RBZWB:2024:1389

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
4 maart 2024
Zaaknummer
10676219 / CV EXPL 23-2843 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake non-conformiteit van geleverde goederen in koopovereenkomst

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is een geschil ontstaan tussen Horeca Place B.V. en een gedaagde partij over de levering van een pizzavormer en een gasfornuis. Horeca Place, de eisende partij, heeft op basis van een koopovereenkomst een pizzavormer en een gasfornuis geleverd, maar de gedaagde partij heeft slechts een deel van de factuur voldaan. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd en stelt dat de geleverde pizzavormer niet voldoet aan de overeenkomst, omdat deze niet de juiste maat heeft en niet goed functioneert. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gedaagde partij aangegeven dat hij de koopovereenkomst wil ontbinden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij een pizzavormer voor pizza's van 33 cm had besteld, maar een pizzavormer voor pizza's van 35 cm heeft ontvangen. De rechter oordeelt dat Horeca Place tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst, omdat de geleverde pizzavormer niet voldeed aan de verwachtingen die de gedaagde partij op basis van de overeenkomst mocht hebben. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de ontbinding van de koopovereenkomst gerechtvaardigd is, omdat Horeca Place niet adequaat heeft gereageerd op de verzoeken van de gedaagde partij om de pizzavormer om te ruilen of te repareren.

In de uitspraak is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 171,25 aan Horeca Place, vermeerderd met wettelijke handelsrente. Daarnaast is de gedaagde partij niet langer verplicht om het onbetaalde deel van de koopsom voor de pizzavormer te betalen, maar wel voor het gasfornuis. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van de gedaagde partij toegewezen. De koopovereenkomst is gedeeltelijk ontbonden voor zover deze betrekking heeft op de pizzavormer, en de gedaagde partij moet de pizzavormer teruggeven aan Horeca Place.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10676219 \ CV EXPL 23-2843
Vonnis van 28 februari 2024
in de zaak van
HORECA PLACE B.V.,
te Rotterdam,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Horeca Place,
gemachtigde: Bill incasso B.V.,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] h.o.d.n. [bedrijf],
te [plaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 september 2023 en de daarin genoemde stukken,
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte vermindering van eis met producties,
- het bericht [gedaagde in conventie] , ingekomen op 18 december 2023, met producties,
- de mondelinge behandeling van 29 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen
zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Horeca Place heeft op grond van een met [gedaagde in conventie] gesloten koopovereenkomst een pizzavormer en een gasfornuis aan [gedaagde in conventie] geleverd. Horeca Place heeft daarvoor een factuur voor een bedrag van € 5.959,25 (inclusief 21% btw), gedateerd 1 maart 2023, naar [gedaagde in conventie] toegezonden. Op 21 augustus 2023 heeft [gedaagde in conventie] een bedrag van
€ 625,00 aan Horeca Place betaald. [gedaagde in conventie] heeft de factuur voor het overige onbetaald gelaten.
3. Het geschil
in conventie
3.1.
Horeca Place vordert na vermindering van eis – samengevat – veroordeling van [gedaagde in conventie] tot betaling van € 5.334,25, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Horeca Place stelt dat zij de koopovereenkomst is nagekomen door de pizzavormer en het gasfornuis aan [gedaagde in conventie] te leveren en dat [gedaagde in conventie] daarom verplicht is haar factuur van 1 maart 2023 volledig te betalen. [gedaagde in conventie] heeft dat ten onrechte nagelaten. [gedaagde in conventie] is daarom wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het nog openstaande bedrag aan haar verschuldigd. Daarnaast kan zij tegenover [gedaagde in conventie] aanspraak maken op vergoeding van de gemaakte buitengerechtelijke kosten.
3.3.
[gedaagde in conventie] voert verweer tegen de vordering. Op dat verweer zal hierna in reconventie nader worden ingegaan.
in reconventie
3.4.
[eiser in reconventie] heeft op de rolzitting van 30 augustus 2023 aangegeven dat hij wil dat Horeca Place de koopovereenkomst deugdelijk nakomt. Daartoe stelt [eiser in reconventie] dat hij bij Horeca Place specifiek heeft gevraagd om een pizzavormer voor pizza’s van 33 cm, maar dat Horeca Place aan hem heeft geleverd een pizzavormer voor pizza’s van 35 cm, die bovendien niet goed werkt. Dit heeft hij direct bij Horeca Place gemeld.
3.5.
Op de mondelinge behandeling op 29 januari 2024 heeft [eiser in reconventie] zijn eerder ingenomen standpunt gehandhaafd en aangevuld als volgt. [eiser in reconventie] stelt dat Horeca Place hem herhaalde malen heeft toegezegd de pizzavormer om te ruilen dan wel op te halen en te repareren, maar dat zij daartoe niet is overgegaan, dat hij in zijn bedrijf niets met de pizzavormer kon doen en nu ook niets meer aan de pizzavormer heeft, omdat hij zijn bedrijf inmiddels heeft verkocht aan een derde per 1 februari 2024. [eiser in reconventie] stelt dat hij herhaalde malen heeft geprobeerd om met Horeca Place telefonisch in contact te komen om tot een oplossing voor de pizzavormer te komen, maar dat Horeca Place niets van zich laat horen. [eiser in reconventie] heeft, naar de kantonrechter begrijpt, op grond van het vorenstaande een een beroep op opschorting gedaan
3.6.
De kantonrechter begrijpt het standpunt van [eiser in reconventie] ter zitting aldus, dat hij niet langer nakoming van de koopovereenkomst verlangt, maar dat hij van de koopovereenkomst af wil. De kantonrechter verstaat dit als een vordering tot ontbinding van de koopovereenkomst en zal deze vordering daarom als zodanig beoordelen.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vordering in conventie en in reconventie, zal de kantonrechter deze gezamenlijk behandelen.
4.2.
De vraag die de kantonrechter moet beantwoorden is of [gedaagde in conventie] een pizzavormer geleverd heeft gekregen die hij op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten.
4.3.
Niet ter discussie staat dat [gedaagde in conventie] bij Horeca Place een pizzavormer voor pizza’s van 33 cm heeft besteld en dat hij een pizzavormer voor pizza’s van 35 cm geleverd heeft gekregen. Voor zover daarmee ook pizza’s van 33 cm gemaakt kunnen worden, zoals Horeca Place stelt, maakt dat nog niet dat de pizzavormer aan de koopovereenkomst beantwoordt. Daargelaten de stelling van [gedaagde in conventie] dat het apparaat steeds een storing geeft als hij daarmee een pizza van 33 cm wil maken, is niet althans onvoldoende gemotiveerd weersproken de stelling van [gedaagde in conventie] dat wanneer het lukt om een dergelijke pizza te maken, de opstaande dikke rand om de pizza ontbreekt en deze handmatig moet worden gemaakt en dat dit niet het geval is bij de pizzavormer die hij bij Horeca Place heeft besteld. Dat Horeca Place – zoals zij stelt – een pizzavormer voor pizza’s van 33 cm niet kon leveren, mag zo zijn, maar niet gesteld en niet gebleken is dat dat richting [gedaagde in conventie] voldoende kenbaar is gemaakt. De conclusie luidt dan ook dat [gedaagde in conventie] geen pizzavormer geleverd heeft gekregen die hij op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten.
4.4.
Nu vast is komen te staan dat Horeca Place in de nakoming van de koopovereenkomst voor zover het de pizzavormer betreft is tekortgeschoten, komt aan de orde de vraag of ontbinding van de koopovereenkomst gerechtvaardigd is. Dat is immers pas het geval nadat Horeca Place de kans heeft gekregen om de koopovereenkomst alsnog deugdelijk na te komen.
4.5.
Niet weersproken is dat Horeca Place herhaalde malen aan [gedaagde in conventie] heeft toegezegd de pizzavormer om te ruilen, maar dat zij daartoe niet is overgegaan. Voorts is niet weersproken dat Horeca Place niet reageert op de vele telefoontjes van [gedaagde in conventie] om tot een oplossing te komen. Onder deze omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat een formele ingebrekestelling van Horeca Place niet nodig was. [gedaagde in conventie] mocht uit de uitlatingen en het gedrag van Horeca Place afleiden dat Horeca Place de koopovereenkomst niet meer zou nakomen. Ontbinding van de koopovereenkomst voor zover het de pizzavormer betreft is daarom gerechtvaardigd.
4.6.
De gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst heeft tot gevolg dat reeds verrichte prestaties ongedaan moeten worden gemaakt voor zover deze betrekking hadden op het ontbonden gedeelte. De koopovereenkomst blijft voor het overige tussen partijen in stand en moet worden nagekomen. Voor wat betreft de vorderingen van partijen brengt dit het volgende met zich.
de vordering van Horeca Place in conventie
4.7.
[gedaagde in conventie] is het niet betaalde deel van de koopsom voor zover het de pizzavormer betreft niet langer aan Horeca Place verschuldigd. Het deel van de koopsom voor zover die ziet op het gasfornuis is [gedaagde in conventie] wel aan Horeca Place verschuldigd. Niet ter discussie staat dat [gedaagde in conventie] de btw over het gasfornuis niet aan Horeca Place heeft betaald. Dat betreft een bedrag van € 131,25 (21% over een bedrag van € 625,00). Dit bedrag wordt daarom toegewezen.
4.8.
Niet ter discussie staat dat tussen partijen geen betalingstermijn is overeengekomen. De gevorderde wettelijke handelsrente over het toe te wijzen bedrag van € 131,25 zal daarom als niet weersproken op grond van artikel 6:119a lid 2 onder a BW worden toegewezen vanaf 30 dagen na aanvang van de dag, volgend op die waarop [gedaagde in conventie] de factuur van 1 maart 2023 heeft ontvangen.
4.9.
Horeca Place vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. Het verzuim is op of na 1 juli 2012 ingetreden. Horeca Place heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Horeca Place heeft daarom recht op een vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden. De vordering van € 672,96 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 40,00 bij € 131,25 in hoofdsom. De kantonrechter wijst daarom een bedrag van € 40,00 toe.
de vordering van [eiser in reconventie] in reconventie
4.10.
De vordering tot ontbinding zal worden toegewezen voor zover het de pizzavormer betreft. [eiser in reconventie] zal de pizzavormer terug moeten geven aan Horeca Place. Hoewel het bedrijf van [eiser in reconventie] inmiddels is verkocht aan een derde en de pizzavormer nog in de zaak staat, heeft [eiser in reconventie] ter zitting verklaard dat dit geen probleem oplevert voor teruggave van het apparaat. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat [eiser in reconventie] ervoor zorgdraagt dat de pizzavormer bij Horeca Place wordt afgeleverd.
de proceskosten (inclusief nakosten) in conventie en in reconventie
4.11.
Horeca Place zal als de in conventie grotendeels en in reconventie geheel in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde in conventie] . Deze kosten worden in conventie begroot op een bedrag van € 41,00 ter zake nakosten (plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing). De kosten worden in reconventie begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie] om aan Horeca Place te betalen een bedrag van € 171,25, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het bedrag van € 131,25 vanaf 30 dagen na aanvang van de dag, volgend op die waarop [gedaagde in conventie] de factuur van 1 maart 2023 heeft ontvangen, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Horeca Place in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde in conventie] , tot op heden begroot op € 41,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Horeca Place niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.4.
ontbindt de tussen partijen gesloten koopovereenkomst voor zover deze ziet op de pizzavormer betreft,
5.5.
veroordeelt Horeca Place in de proceskosten aan de zijde van [eiser in reconventie] , tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2024.