ECLI:NL:RBZWB:2024:1364
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering wegens reeds verbeurd verklaard geldbedrag
Op 5 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een betrokkene die eerder was veroordeeld voor het witwassen van een geldbedrag van € 12.905,-. De officieren van justitie, mr. E.H. Smale en mr. S. Massier, hebben ontneming van dit wederrechtelijk verkregen voordeel gevorderd. De zitting vond plaats op 30 oktober 2023 en 6 en 7 november 2023, waarbij zowel de officieren van justitie als de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De verdediging heeft primair bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de ontnemingsvordering, en subsidiair verzocht om de betalingsverplichting te halveren, zodat het wederrechtelijk verkregen voordeel verdeeld kan worden met de partner van de betrokkene.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het te ontnemen bedrag van € 12.905,- is gebaseerd op geld dat in beslag is genomen uit de woning van de betrokkene en zijn partner. Dit bedrag was al verbeurd verklaard in een eerdere hoofdzaak. De rechtbank oordeelt dat het doel van de ontnemingsmaatregel al is bereikt door de verbeurdverklaring van het geldbedrag. Het zou onterecht zijn om het bedrag nogmaals te ontnemen, omdat dit de financiële situatie van de betrokkene zou verslechteren ten opzichte van de uitgangssituatie. Daarom heeft de rechtbank de vordering van de officieren van justitie afgewezen.
De rechtbank heeft in haar beslissing de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen, waarmee de betrokkene niet verder financieel benadeeld wordt dan reeds het geval is door de verbeurdverklaring.