Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats];
7 maart 2024.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 15 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1984. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 12 februari 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling was de betrokkene niet bereid om zich te laten horen, wat leidde tot de beslissing om de behandeling buiten haar aanwezigheid voort te zetten. De advocaat van de betrokkene gaf aan dat zij naar huis wilde, terwijl de psychiater aangaf dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel door het gedrag van de betrokkene, die verward en angstig was en zich in een psychotische toestand bevond. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene ernstig verwaarloosd was en dat er een risico bestond op ernstig lichamelijk letsel en psychische schade. Gezien de ernst van de situatie en het gebrek aan ziektebesef bij de betrokkene, werd besloten tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter Willemsen en is op 15 februari 2024 in het openbaar uitgesproken.