ECLI:NL:RBZWB:2024:1356

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 februari 2024
Publicatiedatum
4 maart 2024
Zaaknummer
C/02/418598 / FA RK 24/453
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Willemsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor de duur van drie maanden in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 15 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, maar de rechtbank heeft besloten om deze machtiging voor de duur van drie maanden te verlenen. De betrokkene, geboren in 1997 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, verblijft onder een brug en was niet in staat of bereid om te worden gehoord tijdens de mondelinge behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid om het overige deel van het verzoek later te behandelen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Willemsen en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/418598 / FA RK 24/453
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 15 februari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1997 in een onbekende plaats,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans verblijvende aan de [straat] (aan de oostzijde van de brug) te [plaats],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H.M.Th. de Pont in Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 31 januari 2024, ingekomen ter griffie op 31 januari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring van 24 januari 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 26 januari 2024;
- een zorgplan van 26 januari 2024;
- een (niet-ingevulde) zorgkaart van 26 januari 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- een uittreksel uit het curatele- en bewindregister.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 februari 2024 op de hierboven genoemde plaats.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- dhr. [naam 1] , psychiater.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- mevr. [naam 2] , verkennend onderzoeker;
- dhr. [naam 3] , verkennend onderzoeker;
- dhr. [naam 4] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
1.5
Uit artikel 6:1 Wvggz volgt dat de rechter betrokkene hoort na ontvangst van het verzoekschrift voor het verlenen van een zorgmachtiging, tenzij de rechter vaststelt dat betrokkene niet in staat is of niet bereid is zich te doen horen. Bij aanvang van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank geconstateerd dat betrokkene niet in staat of bereid was zich te doen horen. Betrokkene lag onder de brug aan de bovenkant van het talud met een kartonnen doos als afscherming. Betrokkene was hierdoor vanaf beneden niet zichtbaar voor de aanwezigen. Doordat betrokkene geluid maakte en een aansteker gebruikte, werd duidelijk dat betrokkene wel aanwezig was. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige, de rechter en de politie hebben meermaals geprobeerd om contact met betrokkene te krijgen door (zowel in de Nederlandse als de Engelse taal) zijn naam te roepen, te vragen of hij in gesprek wil met de rechtbank en door het talud op te klimmen. Desondanks hebben zij geen contact met betrokkene kunnen krijgen. Met instemming van alle aanwezigen heeft de rechtbank besloten om de zaak te behandelen. Juist ook omdat het niet te verwachten is dat betrokkene op een andere dag of tijdstip wel bereid of in staat is om te worden gehoord. Daarbij komt dat de kans bestaat dat betrokkene niet meer onder de brug verblijft als de zaak wordt aangehouden. Hij heeft immers geen vaste woon- of verblijfplaats.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
De advocaat van betrokkene stemt in met het voorstel om de zorgmachtiging voor de duur van drie maanden te verlenen onder aanhouding van het overige deel van het verzoek. Juist nu betrokkene niet (eerder) is gehoord.
3.2
De psychiater licht toe dat er nog veel onduidelijkheid is rondom de problematiek van betrokkene. Hij is ook niet uitvoerig gesproken. De psychiater acht een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden noodzakelijk nu er een langere periode nodig is om betrokkene te stabiliseren. Desgevraagd stemt de psychiater ermee in om de zorgmachtiging voor drie maanden te verlenen onder aanhouding van het overige deel. Temeer omdat betrokkene niet is gehoord door de rechter. Het is de bedoeling dat betrokkene wordt opgenomen, waarna er vermoedelijk na twee maanden meer duidelijkheid zal zijn rondom zijn problematiek.
4. Beoordeling
4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er nog veel onduidelijkheid is rondom de problematiek van betrokkene. Eerder is hij opgenomen geweest op de HIC-afdeling. Betrokkene heeft destijds verklaard dat hij mensen hoort, dat andere mensen hem willen vermoorden en dat hij wordt aangestuurd door computers. Er is toen een psychotisch beeld met akoestische en mogelijk tactiele hallucinaties waargenomen. Dit maakt dat de rechtbank van oordeel is dat er sprake is van een psychische stoornis.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene onder de brug in een verwaarloosde toestand leeft. De verblijfplaats van betrokkene is ernstig vervuild en ruikt naar urine en ontlasting. Betrokkene heeft geen tot weinig eten, heeft geen mogelijkheid om te douchen en heeft geen schone kleding. De kans bestaat dat betrokkene overlijdt als gevolg van onderkoeling of ondervoeding.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank stelt vast dat betrokkene iedere vorm van contact en zorg afhoudt. Er is meermaals geprobeerd om zorg aan betrokkene te verlenen, waaronder het geven van voedsel en een warm onderkomen, maar dit houdt betrokkene af. De rechtbank is van oordeel dat verplichte zorg nodig is om tot een verbetering van zijn toestandsbeeld te komen.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van vocht;
- toediening van voeding;
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van drie maanden onder aanhouding van het overige deel van het verzoek nu betrokkene niet bereid en in staat was om door de rechtbank te worden gehoord en er nog veel onduidelijkheid is over de problematiek van betrokkene. Het overige deel van het verzoek zal tijdens de mondelinge behandeling van
[datum] 2024 om [uur]te GGZ Breburg ( [locatie] ) worden behandeld. De rechtbank verwacht tijdig voorafgaand aan de mondelinge behandeling – en uiterlijk woensdag 1 mei 2024 – een actuele medische verklaring ten aanzien van de medische gezondheidstoestand van betrokkene en wat de vervolgstappen dienen te zijn.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1997 te onbekend;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
15 mei 2024;
houdt het overige deel van het verzoek aan tot de mondelinge behandeling van
[datum] 2024 om [uur]bij GGZ Breburg ( [locatie] );
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als een oproeping voor de mondelinge behandeling van [datum] 2024 om [uur] voor betrokkene, de advocaat van betrokkene en zijn behandelaar(s);
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Willemsen, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 29 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.