ECLI:NL:RBZWB:2024:1349
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 februari 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker behandeld. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, die op 12 december 2023 een handhavingsverzoek had afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de verzoeker het verschuldigde griffierecht van € 187,- niet tijdig heeft betaald.
De griffier had de verzoeker per aangetekende brief op 30 januari 2024 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen. Deze brief werd echter niet afgehaald. Vervolgens is de nota op 9 februari 2024 opnieuw per gewone post verzonden, maar ook daarna heeft de verzoeker het griffierecht niet voldaan. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat de verzoeker niet in verzuim is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht.
Daarom verklaart de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.