ECLI:NL:RBZWB:2024:1282

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 januari 2024
Publicatiedatum
29 februari 2024
Zaaknummer
10500839 _ MB VERZ 23-166
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet tijdige keuring van voertuig

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen omdat het keuringsbewijs van zijn voertuig, met een toegestane maximummassa van 3500 kg of minder, zijn geldigheid had verloren. Dit was vastgesteld via een RDW-registercontrole op 18 maart 2022. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard.

Tijdens de zitting is de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. De betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was, omdat het voertuig gedemonteerd was voor de vervanging van het motorblok en daardoor niet gekeurd kon worden. De gemachtigde vroeg om matiging van de boete en een proceskostenvergoeding.

De kantonrechter oordeelde echter dat de betrokkene had nagelaten het voertuig tijdig te schorsen of te verzekeren, wat voor rekening en risico van de kentekenhouder komt. De kantonrechter zag geen reden om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en concludeerde dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om een proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, en griffier E. Alekperov.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10500839 \ MB VERZ 23-166
CJIB-nummer : 1062 5422 4818 5088
uitspraakdatum : 17 januari 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 17 januari 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: voor het motorrijtuig met een toegestane maximummassa van 3500 kg of minder heeft het keuringsbewijs geldigheid verloren, geconstateerd via de RDW-registercontrole op 18 maart 2022 om 17:00 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Het voertuig was gedemonteerd in verband met de wissel van een motorblok. Hierdoor heeft betrokkene er niet mee gereden en kon het voertuig op deze manier ook niet gekeurd worden. Ook heeft betrokkene begrip voor de grote problemen die kunnen intreden als er wordt gereden met een voertuig dat niet gekeurd is. Gezien de omstandigheden is de boete in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Gemachtigde verwijst naar verschillende uitspraken. Gelet op het feit dat de auto ten tijde van de pleegdatum bij de garage stond vanwege vervanging van het motorblok, kon de auto niet gekeurd worden. Gemachtigde verzoekt om in het kader van de rechtseenheid in gelijke zin te oordelen en de sanctie van betrokkene te matigen. Betrokkene is nu ook op de hoogte van het feit dat hij ieder jaar zijn voertuig opnieuw moet schorsen, waardoor dit niet nogmaals zal voorkomen in de toekomst. Gemachtigde verzoekt om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De bedragen zijn landelijk vastgesteld en gelden voor eenieder die niet tijdig keurt. Als er niet wordt gereden, dan dient het voertuig te worden geschorst. Gelet op het feit dat betrokkene dit heeft nagelaten dient de gedraging voor eigen rekening en risico te komen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Een voertuig dient te worden verzekerd of te worden geschorst. Het niet doen daarvan komt in beginsel voor rekening en risico van de kentekenhouder. Bovendien heeft gemachtigde dan wel betrokkene nagelaten de stellingen aannemelijk te maken.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: