In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 januari 2024, wordt het beroep van eiser beoordeeld, die stelt dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 20 juli 2023, zoals vereist door artikel 4.1 van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank stelt vast dat het college de beslistermijn heeft overschreden. Eiser had het college op 14 september 2023 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat het college binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 2 februari 2024.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat het college de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt ook een vergoeding van € 437,50 voor proceskosten en het college moet het griffierecht van € 184,- aan eiser vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.