Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene] B.V.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan een B.V. De boete was opgelegd wegens het doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. De gedraging vond plaats op 29 april 2022 om 14:00 uur op de Schroeweg te Middelburg. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 17 januari 2024 heeft de gemachtigde van de betrokkene, die tevens advocaat is, aangevoerd dat de gedraging niet heeft plaatsgevonden. Hij stelde dat de foto's aantonen dat de betrokkene al met vier wielen over de stopstreep was en dat hij dus niet door rood, maar door oranje had gereden. De gemachtigde voegde hieraan toe dat hij niet kon stoppen voor het oranje licht omdat er mogelijk een andere auto dicht achter hem reed.
De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter betoogd dat de gedraging vaststaat, aangezien de foto's duidelijk aantonen dat de betrokkene het rode verkeerslicht heeft gepasseerd. De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd en geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de juistheid daarvan. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en dat het beroep ongegrond werd verklaard.