ECLI:NL:RBZWB:2024:1271
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak betreffende WMO-voorzieningen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 februari 2024, wordt het verzoek van verzoekster om een veroordeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had op 30 oktober 2023 haar beroep ingetrokken tegen het besluit van het college van 10 oktober 2022, waarin haar aanvraag voor een rolstoel met elektrische aandrijving was afgewezen. De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het college stelde dat er geen recht op vergoeding van proceskosten bestond omdat er geen herroeping van het bestreden besluit had plaatsgevonden.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af. De rechtbank legt uit dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft verzoekster een aanvraag ingediend voor een rolstoel op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), maar het college heeft in het bestreden besluit het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard en het eerdere besluit om geen rolstoel toe te kennen in stand gelaten.
De rechtbank concludeert dat het college met het besluit van 10 januari 2023, waarin een rolstoel met aandrijfondersteuning is toegekend, het bestreden besluit niet heeft ingetrokken of vervangen. Hierdoor is het college niet tegemoetgekomen aan het beroep van verzoekster. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling daarom als kennelijk ongegrond af. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.