ECLI:NL:RBZWB:2024:1255

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
29 februari 2024
Zaaknummer
02-086208-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging en aanvulling voorwaarden

Op 28 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, geboren op [geboortedag 1] 2002. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met voorwaarden met twee jaar toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs op 16 februari 2022 is aangevangen en dat betrokkene sindsdien onder toezicht staat van de reclassering. De reclassering heeft in haar rapport van 12 december 2023 geadviseerd tot verlenging van de tbs, omdat betrokkene nog niet voldoende openheid van zaken geeft en er risico's zijn op delictgedrag door zijn complexe persoonlijkheidsproblematiek en verstoorde agressieregulatie.

Tijdens de zitting op 15 februari 2024 is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en is de officier van justitie, mr. L.J. den Braber, aanwezig geweest. De rechtbank heeft de procesgang en de adviezen van de reclassering in overweging genomen. Betrokkene heeft aangegeven dat hij zijn leven wil vormgeven en dat hij zich kan neerleggen bij een verlenging van de tbs, maar hij vindt het niet noodzakelijk om inzicht te geven in zijn financiën.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de verlenging van de tbs met twee jaar noodzakelijk is, omdat er nog behandeling nodig is en de kans op recidive aanwezig blijft. De rechtbank heeft ook besloten om de voorwaarden aan te vullen, zodat betrokkene inzicht moet geven in zijn financiën en schulden. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02-086208-21
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 28 februari 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] , op [geboortedag 1] 2002,
wonende te [woonadres] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 22 december 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden met 2 jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene] (hierna: betrokkene);
- de Pro Justitia rapportage van 20 december 2023, inhoudende het advies van [psycholoog] ;
- het verlengingsadvies van GGZ ERW Novadic-Kentron Breda (hierna: de reclassering) van 12 december 2023, waarin het advies van de reclassering is vermeld;
- de voortgangsverslagen van de reclassering van 25 juli 2022 tot en met 21 november 2023, waarin wordt ingegaan op de naleving van de voorwaarden.

2.De procesgang

Bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 16 februari 2022 is betrokkene wegens overtreding van de artikelen 302 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest en een tbs met voorwaarden voor de duur van twee (2) jaar, met als bijzondere voorwaarden:
- betrokkene werkt mee aan reclasseringstoezicht. Dit toezicht houdt in:
* betrokkene meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe
vaak dat nodig is;
* betrokkene laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig
identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen;
* betrokkene houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan
aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om
betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
* betrokkene helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht
herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
* betrokkene werkt mee aan huisbezoeken;
* betrokkene geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of
behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
* betrokkene vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de
reclassering;
* betrokkene werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties
die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
- betrokkene gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der
Nederlanden zonder toestemming van de reclassering;
- betrokkene wordt verplicht om op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven
indicatiestelling zich te laten opnemen bij een forensisch psychiatrische afdeling (fpa), zoals [FPA 1] van GGZ WNB of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van DIZ, waarbij betrokkene zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die
instelling zullen worden gegeven;
- betrokkene laat zich aansluitend ambulant behandelen door een zorgverlener te bepalen door de reclassering. De behandeling start wanneer behandelaar en reclassering dit geïndiceerd vinden. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- betrokkene werkt mee aan een time-out in een forensisch psychiatrisch centrum (fpc) of
andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt; deze time-out duurt maximaal zeven
weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken. tot
maximaal veertien weken per jaar;
- betrokkene verblijft aansluitend op zijn klinische verblijf in een begeleid wonen-instelling of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start wanneer behandelaar en reclassering dit geïndiceerd vinden. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt;
- betrokkene dient zich op het gebied van drugsgebruik te houden aan de richtlijnen van de
reclassering, ook in geval dit inhoudt volledige abstinentie. Hij werkt mee aan controle op
dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak
betrokkene wordt gecontroleerd;
- betrokkene dient zich op het gebied van alcoholgebruik te houden aan de richtlijnen van de reclassering, ook ingeval dit inhoudt volledige abstinentie. Hij werkt mee aan controle op dit alcoholverbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
- betrokkene heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [aangeefster] , geboren; [geboortedag 2] 1998.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met voorwaarden is op 16 februari 2022 aangevangen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 15 februari 2024 is de officier van justitie, mr. L.J. den Braber, gehoord.
Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C.J.I.F. van Beek, advocaat te Goes.
Voorts is als deskundige [naam] , toezichthouder bij de reclassering, gehoord.

3.Het advies van de reclassering

De reclassering heeft in het rapport van 12 december 2023 verslag gedaan over de voortgang van de maatregel en heeft geadviseerd tot verlenging van de tbs met voorwaarden met twee jaar..
Uit dit verslag is gebleken dat betrokkene sinds 17 februari 2022 met de tbs is begonnen, in eerste instantie bij de [FPK] waar hij is doorgestroomd naar [FPA 1] en aansluitend naar de Resocialisatie Unit op [FPA 2] . Betrokkene geeft onvoldoende openheid van zaken en zou eigenlijk mee moeten werken aan schematherapie, wat hij vooralsnog niet doet. Risico's op delictgedrag worden gezien in de complexe persoonlijkheidsproblematiek, zijn verstoorde agressieregulatie en verslavingsproblematiek. Wat betreft zijn middelengebruik is er sprake van langdurige abstinentie en heeft de reclassering geen vermoedens of signalen die anders doen blijken. Ten tijde van het rapport verblijft betrokkene in de beschermde woonvoorziening, de [RESO] , en vanuit daar wil hij toewerken naar zelfstandig wonen. Hij heeft daar moeite met de regels (het op tijd aan- en afmelden bijvoorbeeld) en zoekt daarin ook de grenzen op. In de weekenden gaat hij op verlof en dit bestaat voornamelijk uit uitgaan en omgaan met vrouwen. Hij zegt zelf dat het hebben van een relatie op dit moment niet aan de orde is omdat dit teveel risico met zich meebrengt.
Positief is dat betrokkene zelfstandig zorgt voor dagbesteding en daginvulling. De reclassering schat de kans op recidive op partnergeweld binnen de tbs met voorwaarden in als laag tot gemiddeld. De reclassering acht de kans aannemelijk dat, als er geen kader meer is, maar wel een relatie, de kans op partnergeweld op de lange termijn toeneemt, omdat er behandelinhoudelijk nog niet voldoende op is ingezet. Dit heeft mede te maken met het feit dat betrokkene niet wil meewerken aan de schematherapie. De reclassering is van mening dat er nog geruime tijd nodig is om de resocialisatie verder uit te rollen waarbij een adequate mate van toezicht is aangeraden. De risico's zijn binnen de klinische setting in kaart gebracht maar gezien wordt dat extern risicomanagement moet bijdragen aan het enigszins verminderen van risico's. Een verlenging van de maatregel voor de duur van twee jaar is passend. De reclassering adviseert om een voorwaarde toe te voegen aan de al bestaande voorwaarden. Gebleken is namelijk dat er een schuldenlast is. De reclassering krijgt hier onvoldoende zicht op. Daarom adviseert de reclassering dat als voorwaarde wordt toegevoegd dat betrokkene inzicht geeft in zijn financiën en schulden.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog het volgende toegevoegd. Betrokkene wil heel snel vooruitgang boeken. Hij is nog maar net gestart bij [RESO] en het hele traject moet nog worden uitgerold. Betrokkene vindt dat hij erg negatief wordt afgeschilderd, terwijl er veel positieve dingen te benoemen zijn. Er moet meer contactgroei komen in de ambulante behandeling en het is van belang dat hij individuele psychotherapie kan gaan volgen. Hij heeft inmiddels een baan en het is van belang om te
kijken of hij die kan behouden. De volgende stap is een zelfstandige woonruimte met begeleiding. Dat wordt na een jaar bekeken. Als hij zich aan alle voorwaarden kan houden binnen dat jaar, wordt de woning op zijn naam gezet. Hij moet zich meer openstellen en leren anders te reageren. Daarvoor is de schematherapie van belang. Deze therapie moet nog van de grond komen. De reclassering vindt het van belang dat met zijn financiën kan worden meegekeken. Wel ziet de reclassering dat betrokkene langzaam wat meer openheid geeft over dingen die hem bezighouden.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen gebleven en heeft gevorderd de voorwaarden aan te vullen zoals geadviseerd.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij van mening is dat de tbs met voorwaarden niet meer noodzakelijk is. Hij heeft zijn zaken op orde en is bezig zijn leven vorm te geven. Hij houdt zich veel bezig met de Joodse religie en wil zijn leven op een goede manier vormgeven. Hij geeft aan zich wel neer te kunnen leggen bij een verlenging. Hij vindt het niet per se nodig om inzicht te gaan geven in zijn financiën, omdat hij zijn financiën onder controle heeft.
De verdediging heeft betoogd dat betrokkene het liefst zonder tbs-kader verder aan zijn toekomst wil werken. Ook dan zou hij verder ambulant behandeld en begeleid kunnen worden voor het vergroten van structuur en stabiliteit en daarvoor staat hij ook open. De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank of is voldaan aan het vereiste uit artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering en of verlenging van de tbs-maatregel in dat kader noodzakelijk is. De verdediging verzoekt de vordering van de officier van justitie, als verlenging aan de orde is, slechts met één jaar toe te wijzen, omdat het resocialisatietraject zich in een vergevorderd stadium bevindt en de verwachting is dat betrokkene binnenkort zelfstandig zal gaan wonen. Verlenging met één jaar zou betrokkene ook meer motiveren mee te blijven werken. De verdediging kan zich vinden in het toevoegen van de voorwaarde dat betrokkene inzicht moet geven in zijn financiën. Verder heeft de verdediging betoogd dat betrokkene mee wil werken aan schematherapie.

6.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg kennis heeft genomen van de misdrijven ter zake waarvan de tbs is gelast.
De vordering tot verlenging van de tbs-maatregel is tijdig, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één maand voor het tijdstip waarop de tbs door tijdsverloop zal eindigen, ingediend. De officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs met voorwaarden eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de reclassering wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Betrokkene heeft goede stappen gezet, maar er is nog behandeling nodig in de vorm van individuele psychotherapie (schematherapie). De volgende stap is een zelfstandige woonruimte met begeleiding. Dit traject zal zeker nog meer dan een jaar in beslag nemen.
Het uitgangspunt van de rechtbank is dat, behoudens bijzondere omstandigheden, de tbs verlengd moet worden met twee jaar, wanneer aannemelijk is geworden dat het traject meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar. De rechtbank stelt op basis van het advies van de reclassering en de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig zullen zijn die een beëindiging van de tbs rechtvaardigen. Ook is er geen sprake van een bijzondere omstandigheid die een verlenging met een jaar vereist.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met voorwaarden van betrokkene moet worden verlengd met twee jaar.
Verder is de rechtbank van oordeel dat de gestelde voorwaarden moeten worden aangevuld, met dien verstande dat aan de voorwaarden wordt toegevoegd dat betrokkene de reclassering inzicht geeft in zijn financiën en schulden.

7.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van betrokkene met twee (2) jaar.
De rechtbank wijzigt de bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 16 februari 2022 aan betrokkene opgelegde voorwaarden betreffende zijn gedrag, in die zin dat de volgende voorwaarde aan de reeds geldende voorwaarden wordt toegevoegd:
* betrokkene geeft de reclassering en betrokken hulpverlening inzicht in zijn financiën en, indien aanwezig, schulden. Mocht het noodzakelijk zijn dan werkt hij mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of bewindvoering.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.H. Nomes, voorzitter, mr. H. Skalonjic en mr. P.T. Heblij, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.A. Huwae en is uitgesproken ter openbare zitting op 28 februari 2024.
De voorzitter, de jongste rechter en de griffier zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.