Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 3:
Helaas moet ik [minderjarige] voor a.s. zaterdag afmelden voor het werk. Hij heeft die dag namelijk andere verplichtingen, die op het laatste moment zijn door gegeven. Uiteraard probeert hij dit in de toekomst eerder door te geven, mijn excuses hiervoor.”
Ik vind niet dat werk zomaar afgezegd kan worden omdat er iets anders tussendoor komt. Dat is ook een verplichting die [minderjarige] heeft. We hebben donderdag de opening van de nieuwe winkel en we verwachten zaterdag een grote drukte. Ik heb daarvoor al mijn personeel nodig.”.
Ik snap het helemaal, maar het is dan ook niet ‘zomaar een afmelding’. Als het niet nodig was, dan hadden we het ook niet aangegeven.
goedendag, ik heb je een aantal keer gebeld, maar kon je niet bereiken. Afgelopen zaterdag had je moeten werken met de opening in [plaats 3] . je was er echter niet. Bij deze gaan we er direct mee stoppen en hoef je ook niet meer op de [locatie] te gaan werken”.
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Bij deze gaan we er direct mee stoppen en hoef je ook niet meer op de [locatie] te gaan werken” moet zo worden uitgelegd dat [verweerster] heeft bedoeld mee te delen dat [minderjarige] vanaf dat moment niet meer hoeft te komen om te werken. Ook niet op een andere locatie. Daarmee is [minderjarige] met dit bericht op staande voet ontslagen door [verweerster] . Met inachtneming van de eerdere WhatsApp gesprekken tussen [verzoeker] en [verweerster] op 29 augustus 2023 heeft [minderjarige] dit ook zo mogen begrijpen.
- griffierecht: € 214,00
- salaris gemachtigde: € 543,00
- nakosten: € 135,00