ECLI:NL:RBZWB:2024:1230
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Bollen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake uitsluitend gebruik van de echtelijke woning in een scheidingsprocedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 januari 2024, is een verzoek tot voorlopige voorziening ingediend door een vrouw en een man, beiden gezamenlijk eigenaar van de echtelijke woning. De vrouw verzoekt om het uitsluitend gebruik van de woning, terwijl de man hetzelfde verzoekt. De zaak heeft internationale privaatrechtelijke aspecten, aangezien beide partijen de Turkse en Nederlandse nationaliteit bezitten. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 januari 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en aangegeven dat zij gebruik willen maken van mediation. Echter, de mediation heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd, waardoor partijen een uitspraak van de rechtbank wensen.
De vrouw heeft de woning verlaten vanwege oplopende spanningen en verblijft tijdelijk bij haar moeder. Ze stelt dat de situatie bij haar moeder niet houdbaar is en dat ze terug wil naar de echtelijke woning. De man daarentegen stelt dat hij een rechtens te respecteren belang heeft bij het uitsluitend gebruik van de woning en dat de vrouw de woning vrijwillig heeft verlaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen een gerechtvaardigd belang hebben bij hun verzoek, maar oordeelt dat de man op dit moment een groter belang heeft bij het gebruik van de woning. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw af en bepaalt dat de man gerechtigd is tot het gebruik van de echtelijke woning, inclusief de inboedel, en beveelt de vrouw de woning te verlaten.