ECLI:NL:RBZWB:2024:1169

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 februari 2024
Publicatiedatum
26 februari 2024
Zaaknummer
AWB- 24_1024 VV en AWB- 24_1025
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake griffierecht in bestuursrechtelijke procedures

Op 26 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een hersteluitspraak gedaan in de zaken met de zaaknummers AWB-24_1024 VV en AWB-24_1025. Deze uitspraak volgde op een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 februari 2024. In de eerdere uitspraak was abusievelijk opgenomen dat de verzoeker in geen van beide zaken griffierecht had betaald, terwijl het UWV op grond van artikel 8:41, zevende lid, van de Awb het griffierecht van € 51,- per procedure aan de verzoeker dient te vergoeden. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om de eerdere uitspraak te herstellen door rechtsoverweging 2.3 ter zake griffierecht te laten vervallen, terwijl de overige onderdelen van de uitspraak ongewijzigd blijven. Deze hersteluitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Constant, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 24/1024 PW VV en 24/1025 PW
hersteluitspraak van 26 februari 2024 ter verbetering van de uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 februari 2024 in de zaken tussen

[naam verzoeker], uit [woonplaats verzoeker], verzoeker

(gemachtigde: mr. R. Moghni),
en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom (college), verweerder.

Overwegingen

1. Op 20 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank uitspraak gedaan in bovengenoemde zaken.
2. Gebleken is dat onder rechtsoverweging 2.3 van genoemde uitspraak abusievelijk is opgenomen dat
het UWV op grond van artikel 8:41, zevende lid, van de Awb het griffierecht van € 51,- per procedure aan verzoeker dient te vergoeden, zodat een veroordeling daartoe niet nodig is. Gebleken is dat verzoeker in geen van beide zaken griffierecht heeft betaald.
3. Daarom zal de voorzieningenrechter de uitspraak van 20 februari 2024 als volgt herstellen.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- herstelt de tussen partijen onder bovengenoemde zaaknummers gedane uitspraak van 20 februari 2024 aldus dat rechtsoverweging 2.3 ter zake griffierecht vervalt;
- laat voornoemde uitspraak voor het overige ongewijzigd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Constant, griffier, op 26 februari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.