Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de President Rooseveltlaan in Vlissingen op 25 augustus 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat hij stil stond tijdens de controle en geen mobiel apparaat in zijn handen had. Hij verzocht om bewijs van de overtreding, aangezien hij toestemming had gekregen van de verbalisant om een telefoongesprek aan te nemen. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft het beroep gegrond verklaard, wijzend op de mogelijkheid dat er een verkeerd kenteken is genoteerd. De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De omstandigheden die door betrokkene zijn aangevoerd, zoals het feit dat hij stil stond en toestemming had om te bellen, zijn van belang in deze overweging. De kantonrechter heeft geoordeeld dat betrokkene het voordeel van de twijfel moet krijgen, wat leidt tot de conclusie dat de boete ten onrechte is opgelegd. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking tot het opleggen van de boete zijn vernietigd, en het bedrag dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, moet worden terugbetaald.