ECLI:NL:RBZWB:2024:115
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- M. Borm
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaalde verkeersboetes door ex-partner na beëindiging van relatie
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. M.B. Chylinska, betaling van onbetaalde verkeersboetes door gedaagde, haar ex-partner. De zaak betreft boetes die zijn opgelegd voor verkeersovertredingen begaan met een auto die op naam van eiser stond, maar waarvan gedaagde de bestuurder was. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 november 2023, waarbij gedaagde niet verscheen. Eiser heeft verklaard dat gedaagde haar had gevraagd de auto op haar naam te registreren, met de belofte dat hij de auto zou overschrijven, wat hij echter niet heeft gedaan. Eiser heeft in totaal € 3.444,00 aan boetes ontvangen en vordert daarnaast buitengerechtelijke incassokosten van € 156,00.
Gedaagde betwist de vordering en stelt dat hij al enkele boetes heeft betaald. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde, door niet te verschijnen, de gevolgen van zijn afwezigheid moet dragen. De kantonrechter concludeert dat de stellingen van eiser, die niet zijn weersproken, voldoende zijn om de vordering toe te wijzen. De kantonrechter wijst de hoofdsom van € 3.444,00 en de buitengerechtelijke kosten van € 156,00 toe, met de wettelijke rente vanaf 17 maart 2023. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 10 januari 2024.