ECLI:NL:RBZWB:2024:1120

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 februari 2024
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
AWB- 24_1312 VV en AWB- 24_1313 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake opschorting uitkering en afwijzing bijstandsaanvraag op grond van de Participatiewet

In deze zaak heeft verzoekster bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren, waarbij haar uitkering op grond van de Participatiewet (PW) werd opgeschort en haar aanvraag voor bijstandsuitkering werd afgewezen. De besluiten zijn genomen op 12 en 22 december 2023, waarbij Orionis stelde dat verzoekster onvoldoende had meegewerkt aan een huisbezoek, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Verzoekster heeft vervolgens een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij de voorzieningenrechter, omdat zij met de geboden 30% van de gehuwdennorm niet in haar levensonderhoud kon voorzien.

Tijdens de zitting op 15 februari 2024 heeft Orionis aangeboden om een huisbezoek af te leggen, wat door verzoekster werd geaccepteerd. Na het huisbezoek heeft Orionis op 20 februari 2024 besloten om verzoekster met terugwerkende kracht vanaf 24 november 2023 een bijstandsuitkering toe te kennen naar de norm voor een alleenstaande. Verzoekster trok daarop haar verzoek om voorlopige voorziening in, maar vroeg wel om vergoeding van de proceskosten.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Orionis tegemoet is gekomen aan verzoekster door de bijstandsuitkering toe te kennen. Daarom is Orionis veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 1.750,-. Het verzoek om vergoeding van griffierecht in verband met de opschorting van de uitkering is afgewezen, omdat het besluit tot opschorting was ingehaald door de toekenning van de bijstandsuitkering. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers op 22 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/1312 PW VV en 24/1313 PW VV
uitspraak van 22 februari 2024 van de voorzieningenrechter op het verzoek om veroordeling in de proceskosten in de zaak tussen

[naam verzoekster] , te [woonplaats verzoekster] , verzoekster,

gemachtigde: mr. R.S. Vriend,
en

het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren (Orionis), verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van 12 en 22 december 2023 (bestreden besluiten) van Orionis over de opschorting van haar uitkering op grond van de Participatiewet (PW) en de afwijzing van haar aanvraag om een bijstandsuitkering met ingang van 24 november 2023. Orionis heeft de uitkering opgeschort en de aanvraag afgewezen, omdat verzoekster onvoldoende heeft meegewerkt aan een huisbezoek waardoor het recht op bijstand niet is vast te stellen.
Verzoekster heeft hangende het bezwaar aan de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Met de e-mail van 13 februari 2024 heeft Orionis aan de rechtbank meegedeeld dat – vooruitlopend op het nog te nemen besluit op bezwaar – met ingang van 24 november 2023 (onder toepassing van de kostendelersnorm) 30% van de gehuwdennorm aan verzoekster zal worden uitbetaald.
Verzoekster heeft hierin geen aanleiding gezien haar verzoeken om voorlopige voorziening in te trekken. Volgens verzoekster kan zij met 30% van de gehuwdennorm niet voorzien in de kosten van haar levensonderhoud en zullen er aanzienlijke tekorten ontstaan.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Middelburg op 15 februari 2024. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en [naam betrokkene] (namens de curator). Orionis heeft zich laten vertegenwoordigen door [namen vertegenwoordigers].
Op de zitting heeft Orionis aangeboden aansluitend bij verzoekster een huisbezoek af te leggen. Verzoekster heeft dit aanbod geaccepteerd. Op de zitting is het onderzoek daarom geschorst om Orionis in de gelegenheid te stellen een huisbezoek af te leggen.
Met het besluit van 20 februari 2024 heeft Orionis aan verzoekster met ingang van
24 november 2023 een bijstandsuitkering toegekend naar de norm voor een alleenstaande (zonder toepassing van de kostendelersnorm).
Daarop heeft verzoekster haar verzoeken om voorlopige voorziening ingetrokken met verzoek om vergoeding van de proceskosten. Orionis heeft op 20 februari 2024 gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang bezien met artikel 8:84, vijfde lid, van de Awb, kan de voorzieningenrechter, indien het verzoek om voorlopige voorziening wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het verzoekschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten.
Zaaknummer 24/1313 – afwijzing van de aanvraag om bijstand
2. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit het besluit van 20 februari 2024 dat Orionis voor wat betreft de afwijzing van de aanvraag om bijstand aan verzoekster is tegemoetgekomen.
Orionis heeft – kortweg – gesteld dat er geen spoedeisend belang was bij de gevraagde voorlopige voorziening. Daarnaast had verzoekster de inlichtingen eerder kunnen verstrekken zodat Orionis eerder tot juiste besluitvorming zou zijn gekomen. Volgens Orionis is er daarom geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding.
De voorzieningenrechter ziet hierin geen reden om geen proceskostenvergoeding aan verzoekster toe te kennen. Voor zover Orionis al in dit standpunt kan worden gevolgd, laat dit onverlet dat hij met ingang van de meldingsdatum 24 november 2023 alsnog een volledige bijstandsuitkering heeft toegekend (zonder toepassing van de kostendelersnorm). Daarmee is Orionis aan verzoekster tegemoet gekomen.
3. Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding om Orionis in zaaknummer 24/1313 te veroordelen in de door verzoekster gemaakte proceskosten.
Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.750,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 875,‑ en wegingsfactor 1).
4. Nu Orionis voor wat betreft de afwijzing van de aanvraag om bijstand aan verzoekster is tegemoetgekomen, ziet de voorzieningenrechter hierin aanleiding om Orionis in dat verzoek om voorlopige voorziening tevens te veroordelen tot vergoeding van het door verzoekster betaalde griffierecht.
Zaaknummer 24/1312 – opschorting van de uitkering
5. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het besluit tot opschorting van de bijstand ‘ingehaald’ door het besluit tot afwijzing van verzoeksters aanvraag om bijstand. Dat betekent dat er geen aanleiding was om een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen met betrekking tot het besluit tot opschorting. De voorzieningenrechter ziet dan ook geen reden om de kosten die samenhangen met dit verzoek te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • veroordeelt Orionis in zaaknummer 24/1313 in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 1.750,-;
  • draagt Orions op het betaalde griffierecht van € 51,- in zaaknummer 24/1313 aan verzoekster te vergoeden;
  • wijst het verzoek om proceskostenveroordeling en vergoeding van griffierecht in zaaknummer 24/1312 af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.D. Sebel, griffier, op 22 februari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.