ECLI:NL:RBZWB:2024:1044

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 februari 2024
Publicatiedatum
21 februari 2024
Zaaknummer
AWB- 23_10794
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing aanvraag uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg

In deze uitspraak beslist de rechtbank Zeeland-West-Brabant over het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, gedateerd 26 september 2023. Dit besluit verklaarde het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg ongegrond. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank heeft eiseres de gelegenheid gegeven om het griffierecht te betalen, maar eiseres heeft dit niet tijdig gedaan en geen reden opgegeven voor het verzuim. Hierdoor blijft het bestreden besluit in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door rechter M. Snoeks, in aanwezigheid van griffier L.J. Sijtsma, op 15 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/10794

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 februari 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. P.H. Hillen),
en
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van verweerder van 26 september 2023. Bij dit besluit is het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag van een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg ongegrond verklaard.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiseres het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 12 december 2023 eiseres de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
5. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.

Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?

6. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van L.J. Sijtsma, griffier, op 15 februari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.